Tekstverbanden en signaalwoorden KB3

Tekstverbanden en signaalwoorden GT3
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tekstverbanden en signaalwoorden GT3

Slide 1 - Slide

De volgende tekstverbanden moeten jullie kennen voor de toets
Opsomming
Tegenstelling
Reden
Oorzaak-gevolg
Middel-doel
Voorwaarde
Conclusie

Slide 2 - Slide

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'ten eerste'?
A
Conclusie
B
Opsomming
C
Reden
D
Voorwaarde

Slide 3 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'want'?
A
Middel-doel
B
Oorzaak-gevolg
C
Reden
D
Tegenstelling

Slide 4 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'maar'?
A
Middel-doel
B
Voorbeeld
C
Voorwaarde
D
Tegenstelling

Slide 5 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'wanneer'?
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Voorwaarde
D
Oorzaak-gevolg

Slide 6 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'voorbeeld'?
A
Voorbeeld
B
Voorwaarde
C
Middel-doel
D
Tegenstelling

Slide 7 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'daarom'?
A
Opsomming
B
Reden
C
Middel-doel
D
Voorwaarde

Slide 8 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'toch'?
A
Tegenstelling
B
Conclusie
C
Voorbeeld
D
Oorzaak-gevolg

Slide 9 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'zo'?
A
Reden
B
Middel-doel
C
Voorwaarde
D
Voorbeeld

Slide 10 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'omdat'?
A
Reden
B
Opsomming
C
Voorwaarde
D
Conclusie

Slide 11 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'als'?
A
Tegenstelling
B
Voorbeeld
C
Middel-doel
D
Voorwaarde

Slide 12 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'echter'?
A
Conclusie
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Voorwaarde

Slide 13 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'op voorwaarde dat'?
A
Voorbeeld
B
Middel-doel
C
Oorzaak-gevolg
D
Voorwaarde

Slide 14 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'ook'?
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Oorzaak-gevolg
D
Tegenstelling

Slide 15 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'kortom'?
A
Voorwaarde
B
Conclusie
C
Tegenstelling
D
Middel-doel

Slide 16 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'dus'?
A
Conclusie
B
Oorzaak-gevolg
C
Voorwaarde
D
Tegenstelling

Slide 17 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'indien'?
A
Voorwaarde
B
Opsomming
C
Tegenstelling
D
Reden

Slide 18 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'opdat'?
A
Tegenstelling
B
Middel-doel
C
Reden
D
Oorzaak-gevolg

Slide 19 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'daardoor'?
A
Middel-doel
B
Reden
C
Oorzaak-gevolg
D
Opsomming

Slide 20 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'bovendien'?
A
Tegenstelling
B
Voorwaarde
C
Oorzaak-gevolg
D
Opsomming

Slide 21 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'al met al'?
A
Tegenstelling
B
Reden
C
Middel-doel
D
Conclusie

Slide 22 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'hierdoor'?
A
Oorzaak-gevolg
B
Middel-doel
C
Tegenstelling
D
Reden

Slide 23 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord '(met als doel) om'?
A
Reden
B
Middel-doel
C
Voorwaarde
D
Conclusie

Slide 24 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'immers'?
A
Conclusie
B
Reden
C
Voorbeeld
D
Voorwaarde

Slide 25 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'door middel van'?
A
Voorwaarde
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Middel-doel

Slide 26 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'zodat'?
A
Conclusie
B
Tegenstelling
C
Middel-doel
D
Oorzaak-gevolg

Slide 27 - Quiz

De signaalwoorden moet ik herkennen, de tekstverbanden moet ik leren
A
Juist
B
Niet juist

Slide 28 - Quiz