What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Klas 2 - grammatica 2.7 - extra oefenen zww/hww
Wat is een werkwoord ?
A
iets wat je kunt doen en je kunt er een ik - hij - wij rijtje van maken
B
een woord waar je een lidwoord voor kunt plaatsen
C
zegt iets van een zelfstandig naamwoord
D
het goede antwoord staat er niet bij
1 / 17
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is een werkwoord ?
A
iets wat je kunt doen en je kunt er een ik - hij - wij rijtje van maken
B
een woord waar je een lidwoord voor kunt plaatsen
C
zegt iets van een zelfstandig naamwoord
D
het goede antwoord staat er niet bij
Slide 1 - Quiz
Hoeveel werkwoorden heeft de deze zin? - Waarom hebben de honden geen koekje gekregen?
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 2 - Quiz
Hoeveel werkwoorden heeft de onderstaande zin?
Een beste vriend moet je kunnen vertrouwen.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 3 - Quiz
Hoeveel werkwoorden heeft deze zin?
'Gierend van het lachen kwamen de scholieren aangesneld.'
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quiz
Hoeveel werkwoorden heeft de deze zin? - Die gekochte schoenen van Helena wilde iedereen hebben.
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 5 - Quiz
Hoeveel werkwoorden zijn er in de zin?
Mohamed heeft uren naar muziek geluisterd.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 6 - Quiz
Wat is het zelfstandig werkwoord?
(zww)
Ik heb heel lekker gegeten.
A
heb
B
gegeten
Slide 7 - Quiz
Wat is het zelfstandig werkwoord?
(zww)
Wij mochten in het zwembad zwemmen.
A
mochten
B
zwemmen
Slide 8 - Quiz
Wat is het zelfstandig werkwoord:
Ik help jou natuurlijk graag!
A
help
B
graag
C
weet niet
Slide 9 - Quiz
Wat is het zelfstandig werkwoord?
(zww)
Hans en Grietje werden achtergelaten in het bos.
A
werden
B
achtergelaten
Slide 10 - Quiz
Wat is het zelfstandig werkwoord uit de volgende zin?
Mirjam werkt vandaag thuis.
A
Mirjam
B
werkt
C
Mirjam werkt
D
vandaag
Slide 11 - Quiz
Wat is het zelfstandig werkwoord?
(zww)
Wij kunnen de weg vragen aan de meneer.
A
kunnen
B
vragen
Slide 12 - Quiz
Wat is het zelfstandig werkwoord?
Hij mag blijven fluiten tijdens de wedstrijd
A
mag
B
blijven
C
blijven fluiten
D
fluiten
Slide 13 - Quiz
Wat is het zelfstandig werkwoord (zww) in de volgende zin?
Ik eet wel vijf appels.
A
ik
B
eet
C
wel
D
appels
Slide 14 - Quiz
Wat voor soort werkwoord is 'heeft' in de onderstaande zin?
In Groenland heeft men de langste dag van het jaar tot feestdag uitgeroepen.
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 15 - Quiz
Een kettingbotsing kan veel schade veroorzaken
Wat is het werkwoord- veroorzaken -
A
hww (hulp ww)
B
zww (zelfstandig ww)
Slide 16 - Quiz
Een 8-jarige jongen is met zijn been klem komen te zitten in een put
Wat is het werkwoord- is -
A
hww (hulp ww)
B
zww (zelfstandig ww)
Slide 17 - Quiz
More lessons like this
zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
April 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
grammatica les 1 1MA
January 2021
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
grammatica: werkwoorden
October 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Grammatica Zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden
March 2022
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
M2 H5 Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
June 2017
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
15 maart 2021 - werkwoorden
March 2021
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica woordsoorten H.3 Zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden
October 2023
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
woordsoorten herhalen 1HVt 2022
March 2022
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1