This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Verbanden en relaties tussen zinnen
Belangrijk! Een auteur presenteert zijn tekst niet als losse feitjes. Hij wil graag een samenhangende tekst presenteren.
Maar, zorg dat je wel de belangrijkste zaken weet te benoemen en dat je functiewoorden uit elkaar kunt houden.
Wat is het verschil tussen:
- weerleggen en tegenwerpen?
- aanvulling en een voorbeeld?
- uitdiepen, uitleggen en uitweiden?
-voorbehoud en voorwaarde?
1. Aankondiging: "Laat ik twee voorbeelden geven."
Uitwerking: voorbeeld 1 in alinea 2, voorbeeld 2 in alinea 3.
2. Tweede zin: En omdat ... geleden is.
3. Voorbeeld / illustratie / bewijs
4. Een ander voorbeeld (een tweede voorbeeld wordt opgesomd)
5. Opsommend: niet alleen het individu werd gestraft, maar ook zijn gezin en zijn familie. Dat verzwaart de eenzame oplossing.
Volgende les: theorie 4 (argumentatie)
Tip: lees vast door en markeer de belangrijkste passages.
Klaar?
- verder oefenen met oefentekst 1 (alinea 4 t/m 6)
- MO voorbereiden (Nederlands / Engels)
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.