11.4 uiterlijk voorspellen

Startopdracht:
Kijk opdracht 2,4,5,7,9 van 11.3 na.
Ken je de leerdoelen? 
We gaan het checken in de volgende vragen, start je laptop vast op.

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Startopdracht:
Kijk opdracht 2,4,5,7,9 van 11.3 na.
Ken je de leerdoelen? 
We gaan het checken in de volgende vragen, start je laptop vast op.

Slide 1 - Slide

11.4 uiterlijk voorspellen

Slide 2 - Slide

Homozygoot
Heterozygoot
Dominant
Reccessief
Intermediair
2 gelijke genen voor één eigenschap
2 ongelijke genen voor 1 eigenschap
overheersend gen van een paar
onderdrukt gen van een genenpaar
Beide genen zijn even sterk, komen beiden naar voren in fenotype

Slide 3 - Drag question

Is het middelste meisje in het voorbeeld heterozygoot of homozygoot?
A
Heterozygoot
B
Homozygoot

Slide 4 - Quiz

Is het rechtermeisje in het voorbeeld heterozygoot of homozygoot?
A
Heterozygoot
B
Homozygoot

Slide 5 - Quiz

Welk gen is dominant in het voorbeeld van de afbeelding?
A
Gen voor stijl haar
B
Gen voor krullend haar

Slide 6 - Quiz

Noteer voor elk gezinslid het genotype, gebruik de letter B en b.

Slide 7 - Open question

Intermediaire eigenschappen
Een fenotype is intermediair als beide genen even sterk zijn. Er is geen dominant of recessief gen, er ontstaat een tussenvorm.
Kijk goed hoe je dit noteert!
Samen opdracht 13 en 15 maken 

Slide 8 - Slide

11.3
Maken opdrachten:
 13,15

Nakijken. 

Hoe zorg je dat je de stof voor de toets bijhoudt?

Pak de leerdoelen erbij
Kun je ze uitleggen? 
Na de opdrachten:
Keuze mogelijkheden om te werken aan leerdoelen:

  • Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
  • Kijk goed naar de bronnen!!
  • Leren, hoe? begrippen opschrijven?
  • Aantekeningen leren
  • Oefenen met test jezelf/ oefentoets/ (examentraining). In je boek/online.
  • werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?
  • LessonUp lessen doornemen
  • ??
timer
1:00

Slide 9 - Slide

Leerdoelen 11.4
  • je kunt uitleggen waardoor de kans op een jongen en meisje gelijk is.
  • je kunt een kruisingsschema maken
  • je kunt het uiterlijk van nakomelingen voorspellen

Slide 10 - Slide

je kunt uitleggen waardoor de kans op een jongen en meisje gelijk is.
  • De moeder (XX) geeft via haar   eicellen altijd een X door
     (dus 2x een X)
  • De vader (XY) geeft via zijn zaadcellen een X of een Y door. Dus 50% kans op een X of 50% kans op een Y.

 


In het kruisingsschema zie je:
 (2 x 25%) = 50% hebt op een jongen. 
(2 x 25%) = 50% kans op een meisje.

25%

25%

25%

25%

Slide 11 - Slide

Een vrouw heeft 3 kinderen ze zijn allemaal jongens. Ze is zwanger van nummer 4. Hoeveel kans is er dat ze weer een jongen krijgt.
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 12 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit waarom je 50% kans hebt op een jongen of meisje.

Slide 13 - Open question

Leerdoel: je kunt een kruisingsschema maken
P-generatie = ouders
fenotype = donker haar
genotype = heterozygoot Aa

Vader zaadcel = A of a
Moeder eicel   = A of a

Slide 14 - Slide

Leerdoel: je kunt het uiterlijk van nakomelingen voorspellen
Dit kun je in een kruisingschema zetten. 
opties man    = boven horizontaal
opties vrouw = verticaal zijkant
In het schema worden de opties  samengevoegd.

Slide 15 - Slide

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans op een bepaald fenotype bij de F1 generatie is.
fenotype = 3 x25% = 75% donker
genotype = 2 x 25% = 50% op Aa
                   = 1 x 25% op AA
                   = 1 x 25% op aa
Er zijn altijd 4 opties: 
genotype
A bij A = AA
a bij A = aA (schrijf je als Aa)
A bij a = Aa
a bij a = aa
fenotype
- donker
- donker
- donker
- rood

Slide 16 - Slide

In de volgende dia's gaan we oefenen!

Slide 17 - Slide

P1 = homozygoot
P2 = homozygoot
Bruin is dominant over groen

Schrijf de genotype van P1 en P2 op.
P1 =
P2=

Slide 18 - Open question

P1 = homozygoot
P2 = homozygoot
Bruin is dominant over groen
Schrijf op welke geslachtscellen er kunnen voorkomen.
P1 =
P2 =

Slide 19 - Open question

P1 heeft bruine ogen genotype AA
P2 heeft groene ogen genotype aa
Sleep de juiste letters naar het kruisingschema:

A
A
a
a

Slide 20 - Drag question


Beide ouders zijn homozygoot, bruin is dominant.
Hoeveel kans is er op nakomelingen met groene ogen?

Tip: gebruik het kruisingsthema van de vorige vraag.

A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 21 - Quiz

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat een bepaald fenotype bij de F2 generatie is. 
Het genotype van de P-generatie is bekent. Rood haar is reccesief. Je ziet dat er genotypen ontbreken. Toch kun je deze invullen door kruisingsschema's te maken.
Stap 1:  Vul het genotype van de F1- generatie in.
Stap 2: Wat is het genotype van het meisje in de F2-generatie?


Slide 22 - Slide

11.4
Maken opdr 2,3,5, 8 t/m 12



Pak de leerdoelen erbij
Kun je ze uitleggen? 
Keuze mogelijkheden:

  • Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
  • Kijk goed naar de bronnen!!
  • Leren, hoe? begrippen opschrijven?
  • Aantekeningen leren
  • Oefenen met test jezelf/ oefentoets/ (examentraining). In je boek/online.
  • werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?
  • LessonUp lessen doornemen
  • ??
timer
1:00

Slide 23 - Slide

Check leerdoelen
Blz 140

Slide 24 - Slide

Check leerdoelen
Blz 140

Slide 25 - Slide