H6.1AB

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je kwadraten uitrekent van positieve en negatieve getallen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je kwadraten uitrekent van positieve en negatieve getallen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Dit spreek je uit als 'tien kwadraat'

Slide 3 - Slide

Kwadraat komt van 'quadratus'. Dat betekent 'vierkant'

Slide 4 - Slide

Kwadraat komt van 'quadratus'. Dat betekent 'vierkant'

Kwadraat betekent dus 'keer zichzelf'

Slide 5 - Slide

32=33=9

Slide 6 - Slide

32=33=9

Slide 7 - Slide

32=33=9

Slide 8 - Slide

32=33=9
42=44=16

Slide 9 - Slide

32=33=9
42=44=16

Slide 10 - Slide

32=33=9
42=44=16
52=55=25

Slide 11 - Slide

32=33=9
42=44=16
52=55=25

Slide 12 - Slide

De eerste 15 uit je hoofd 
en de kwadraten van 20 en 25

Slide 13 - Slide

LET OP ! 
Bij de opgaven mag je geen rekenmachine gebruiken !

Je mag alleen een rekenmachine gebruiken als dit symbool bij de opgave staat


Slide 14 - Slide

Hoeveel is
82

Slide 15 - Open question

Wat was de rekenvolgorde tot nu toe?
Bij sommen zoals 
eerst


dan
laatst
5+64618
 ( )
  x
 +
  :
  -

Slide 16 - Drag question

Belangrijk!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide


5242

Slide 26 - Open question

5242=
2516=9

Slide 27 - Slide


3+423

Slide 28 - Open question

3+423=
3+163=
3+48=51

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

-16
16

Slide 35 - Drag question

(4)2=44=16
42=16
De 4 kwadrateren, de min blijft ervoor staan

Slide 36 - Slide


62+(3)2

Slide 37 - Open question

62+(3)2
36+9=45

Slide 38 - Slide