2.1 fictie 2 havo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

: )

Planning van dit uur

• Lessonup
• Fictie 2.1 maken

Aan het einde van deze les

• weet je wanneer een verhaal chronologisch of niet-chronologisch verteld is;
• weet je wat een historische roman is en wat de kenmerken daarvan zijn. 

Welkom 2Havo

Fictie 2.1                Je leert:

-het verschil tussen een chronologisch vertelling en een niet-chronologische vertelling

-kenmerken van een historische roman

-verschil tussen open en gesloten einde

Chronologisch verteld

verhaal dat verteld wordt zonder grote tijdsprongen

Niet-chronologisch verteld

verhaal met grote(re) tijdsprongen

'voorgeschiedenis'

voorbeeld: detective

genre

Een genre is een verzameling van verhalen die tot dezelfde soort horen.

- avonturenroman

- historische roman

- liefdesroman

- oorlogsroman

- pychologische roman

Historische roman

Een verhaal waarin een belangrijke gebeurtenis (of gebeurtenissen) een belangrijke rol spelen.

Een schrijver vertelt met de gebeurtenissen mee.

1. Chronologisch
2. Niet- chronologisch

Historische (jeugd)roman

Een boek over geschiedenis. Vaak gaat een historische roman over gebeurtenissen die werkelijk hebben plaatsgevonden, maar de schrijver heeft er ook veel bij verzonnen (fictie).

Open einde

Gesloten einde

Open of gesloten einde

EIND

• OPEN EINDE - einde zelf invullen (bv. een cliffhanger)
• GESLOTEN EINDE - verhaalprobleem is opgelost

Einde

Open einde (lezer blijft met vragen achter)

Gesloten einde (alle vragen zijn beantwoord)

Een flashback onderbreekt de chronologie van een verhaal niet.

1. waar
2. niet waar

Genre?

1. Avonturenroman
2. Historische roman
3. Psychologische roman
4. Science fiction

Wat is een historische roman?

1. Een boek dat zich in de oorlog afspeelt.
2. Een boek gebaseerd op waargebeurde historische gebeurtenissen.
3. Een boek met belangrijke mensen.
4. Een boek met spannende gebeurtenissen.

Wat is een cliffhanger?

1. een open einde
2. een gesloten einde

Wat zijn geen kenmerken van een open einde?

1. Het verhaalprobleem is opgelost
2. Een aantal zaken blijft onopgelost.
3. Je kunt zelf invullen hoe het verhaal verder zal gaan
4. En ze leefden nog lang en gelukkig

                   Individueel werken 

Wat	Maak opdracht 1 t/m 6 + 8 t/m 11 van 2.1 Fictie (in je boek) Mapje: 10 en 11
Hoe	Rustig overleggen
Hulp	Ik loop rond om vragen te beantwoorden
Tijd	Vijftien minuten
Klaar	Boek lezen