- Een
punt gebruik je om het einde van een zin aan te geven;
- Een
komma gebruik je tussen twee persoonsvormen, tussen twee of meer bijvoeglijke naamwoorden of in een opsomming;
- Een
uitroepteken gebruik je na een uitroep of bevel.
- Een vraagteken gebruik je na een vraag.
Leestekengebruik is belangrijk! Het zorgt ervoor dat je tekst soepel leest.