verwijswoorden

Je leert wat verwijswoorden zijn.
Een verwijswoord is een kort woord dat wijst naar een ander woord of groepje woorden.
De groene auto, die daar staat, is van Nienke.
Het hok, waarin de hond zit, is kapot.

1 / 10
next
Slide 1: Slide
TaalMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Je leert wat verwijswoorden zijn.
Een verwijswoord is een kort woord dat wijst naar een ander woord of groepje woorden.
De groene auto, die daar staat, is van Nienke.
Het hok, waarin de hond zit, is kapot.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

verwijswoorden zijn:
- ik, hij, haar, ons, jullie......
- mijn, jouw, zijn, onze...........
- die, dit, dat, deze.............
- waarnaar, daarop, ermee, daarin, waarin............
Controleer altijd of het klopt. Schrijf in de plaats van het verwijswoord het echte woord of groepje woorden.

Slide 3 - Slide

Wat is in deze zin het verwijswoord?
Paul wil graag zwemmen, maar hij heeft geen zwembroek.

Slide 4 - Open question

Waarnaar verwijst 'hij'?
Paul wil graag zwemmen, maar hij heeft geen zwembroek

Slide 5 - Open question

Wat is in deze zin het verwijswoord?
Meral leest een boek, dat erg spannend is.

Slide 6 - Open question

Waarnaar verwijst 'dat'?
Meral leest een boek, dat erg spannend is.

Slide 7 - Open question

Wat is in deze zin het verwijswoord?
Hier heb je de sleutel, waarmee je de deur kunt openen.

Slide 8 - Open question

Waarnaar verwijst 'waarmee'?
heb je de sleutel, waarmee je de deur kunt openen.

Slide 9 - Open question

wat wordt het verwijswoord als moeder de trainer wordt?

Slide 10 - Open question