H3 | KWW, ZWW & HWW

Doel: je leert over KWW, ZWW & HWW
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doel: je leert over KWW, ZWW & HWW

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

In ons land mogen zowel mensen als dieren niet gekloond worden.
HWW
KWW
ZWW
mogen
gekloond
worden

Slide 3 - Drag question

Daarom hebben twee Rotterdammers hun hond laten klonen in Zuid-Korea.
HWW
KWW
ZWW
hebben
laten
klonen

Slide 4 - Drag question

Het echtpaar is dolgelukkig met hun nieuwe, gekopieerde huisdier.
HWW
KWW
ZWW
is

Slide 5 - Drag question

Hun oude hond, een twaalf jaar oude buldog, is inmiddels overleden.
HWW
KWW
ZWW
is
overleden

Slide 6 - Drag question

Door de gekloonde hond lijken de eigenaren daar echter niet heel verdrietig om te zijn.
HWW
KWW
ZWW
lijken
zijn

Slide 7 - Drag question

Maak een zin met alleen een zww

Slide 8 - Open question

Maak een zin met alleen een kww

Slide 9 - Open question

Maak een zin met een hww én een zww

Slide 10 - Open question

Maak een zin met een hww én een kww

Slide 11 - Open question

Hulpwerkwoord (hww)

Bijvoorbeeld:
De kastanjeboom is omgewaaid.

wwg = is omgewaaid
omgewaaid = zww (want geeft betekenis)
is = hulpwerkwoord

Slide 12 - Slide

Zelfstandig werkwoord
  1. Het zelfstandig werkwoord vertelt wat er gebeurt (de handeling);
  2. Het is dus het belangrijkste werkwoord voor de betekenis van de zin;
  3. In een enkelvoudige zin kan maar 1 werkwoord het zelfstandig werkwoord zijn.


Slide 13 - Slide

Naamwoordelijk gezegde
KOPPELWERKWOORD + (hulpwerkwoorden) + naamwoordelijk deel

Slide 14 - Slide

Ezelsbrug koppelwerkwoorden

Slide 15 - Slide

Hoe goed heb je de stof van deze les begrepen?
A
Ik snap het helemaal
B
Ik snap het goed
C
Ik snap het een beetje
D
Ik snap het niet

Slide 16 - Quiz

Maken in de methode
H3: zww- kww- hww
Startopdracht
Lees de groene tekst
Opdracht 1 en opdracht 3

Slide 17 - Slide