zww, hww of kww

(werk)woordsoorten
Je kun zelfstandige werkwoorden, koppel- en hulpwerkwoorden herkennen. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

(werk)woordsoorten
Je kun zelfstandige werkwoorden, koppel- en hulpwerkwoorden herkennen. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Noteer van de zin de hulpwerkwoorden.

Je schijnt best aardig te verdienen als tandarts of orthodontist.

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Hoe weet je dat 'schijnt' het hulpwerkwoord is?

Je schijnt best aardig te verdienen als tandarts of orthodontist.

Slide 3 - Open question

Verdienen is het belangrijkste werkwoord.
Noteer van de zin de hulpwerkwoorden. Zet een komma tussen de werkwoorden.

Dat brutale antwoord had je niet mogen geven.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Hoe weet je dat 'had' en 'mogen' hulpwerkwoorden zijn?

Dat brutale antwoord had je niet mogen geven!

Slide 5 - Open question

Geven is het belangrijkste werkwoord. 

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Opdr 1 nakijken - klassikaal
Dit doen we in een word-document. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zijn de werkwoorden hww, zww of kww?

Hun oude hond, een twaalf jaar oude buldog, is inmiddels overleden.


A
is = hww, overleden = zww
B
is = kww, overleden = zww
C
is = kww, overleden = hww
D
is = hww, overleden = kww

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Opdr 2 nakijken - klassikaal
Dit doen we in een word-document. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Noteer alle werkwoorden uit de zin. Plaats een komma tussen de werkwoorden.

In het verleden schijnt de agressieve zwerver heel vriendelijk geweest te zijn.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Zijn de werkwoorden hww, zww of kww?

In het verleden schijnt de agressieve zwerver heel vriendelijk geweest te zijn.
A
schijnt = kww, geweest = hww, zijn = hww
B
schijnt = hww, geweest = hww, zijn = kww
C
schijnt = hww, geweest = kww, zijn = hww
D
schijnt = zww, geweest = hww ,zijn = hww

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Nu jij...
Maak van H3: grammatica - zww/hww/kww
o opdr 3
o opdr 4
o opdr 5

Blijf online. Stel vragen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat vind je nog lastig?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions