Les 5 - H2 - Grammatica koppelwerkwoord

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les en doelen
Herhaling theorie koppelwerkwoord, zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord. 

Aan het eind van de les kun je koppelwerkwoorden in een zin benoemen.

Slide 2 - Slide

Hij schijnt nogal lastig.
A
kww
B
zww

Slide 3 - Quiz

ZWoBBeLS

zijn - worden - blijven 
 blijken - lijken - schijnen

Slide 4 - Slide

De vier stappen
  1. Zoek het belangrijkste ww in de zin.
  2. Kan dit een kww zijn?
  3. Kun je het vervangen door een ander kww?
  4. Koppelt het werkwoord een eigenschap/kenmerk aan het onderwerp?

Slide 5 - Slide

Een operatie aan je keelamandelen schijnt (1) op hogere leeftijd bijzonder vervelend te zijn (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww

Slide 6 - Quiz

Super Mario zal (1) altijd de held uit mijn kinderjaren blijven (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww

Slide 7 - Quiz

Met deze maatregel zullen (1) deze problemen niet meer voorkomen (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww

Slide 8 - Quiz

Ondanks de aanwezigheid van de politie zijn (1) de betogers in groepjes teruggekomen (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww

Slide 9 - Quiz

De negentigste verjaardag van mijn overgrootmoeder is (1) een groot feest geweest (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww

Slide 10 - Quiz

De weersvoorspelling voor komend weekend blijkt (1) gunstig te zijn (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww

Slide 11 - Quiz

Verwerking
Maak opdracht 1 en 2 op blz. 90

Slide 12 - Slide

Opdracht 1
1 mogen = hww; gekloond = zww; worden = hww
2 hebben = hww; laten = hww; klonen = zww
3 is = kww
4 is = hww; overleden = zww

Slide 13 - Slide

Opdracht 2
1 komen = hww; collecteren = zww
2 Zijn = zww
3 Loopt (uit) = zww
4 worden = hww; gekocht = zww
5 bleef = kww
6 schijnt = hww; geweest = kww, zijn = hww


Slide 14 - Slide

Wat heb je nu geleerd over het koppelwerkwoord?

Slide 15 - Mind map