6.8: de rok is kapot

• NT2
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

6.8: De rok is kapot.

Aan het einde van de les kan jij vertellen dat jij kleding wilt ruilen in een winkel. 

Wat draagt Brinesh?

1. Broek en vest
2. Jurk en vest
3. Trui en jas
4. Shirt en rok

Maak één zin.

Zin.

sturen

• zorgen dat iemand iets krijgt
• post of mensen 
• ik stuur - wij sturen
• zin: Ik stuur een brief.
• zin: Hij stuurt de man door naar het ziekenhuis.

kapot

• stuk
• heel <---> kapot
• het werkt niet meer
• je kunt het niet meer gebruiken
• zin: Het bord is kapot, ik kan hem niet meer gebruiken.

Jammer

• Helaas. 
• Zin: Ik kan mijn broek niet vinden, jammer!

duren

• een stukje tijd
• werkwoord
• Zin: Het duurt maar heel even.
• Zin: Wachten kan heel lang duren.

Het gat

• Kapot voor kleding
•  Zin: Er zit een gat in mijn broek.    

rui·len

iets geven en er iets anders voor terugkrijgen→

mijn kinderen ruilen 

Pokemon kaarten

Maak een zin.

Maak een vraag.