IB_FR_U2_Adjectifs

timer
5:00
Bonjour!
1 / 35
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

timer
5:00
Bonjour!

Slide 1 - Slide

  1. Les adjectifs (bijvoeglijke naamwoorden)

Eind van de les, ik kan...
1. bijvoeglijke naamwoorden gebruiken.

Programme d'aujourd'hui

Slide 2 - Slide

Wat heb je nodig?
Les adjectifs (bijvoeglijke naamwoorden)


Slide 3 - Slide

Wat heb je nodig?
Les adjectifs (bijvoeglijke naamwoorden)


Slide 4 - Slide

Vul de juiste vorm in:
"J'aime la nourriture (sucré) _____________."

Slide 5 - Open question

Vul de juiste vorm in:
"Les filles sont (intelligent) _____________."

Slide 6 - Open question

Vul de juiste vorm in:
"J'ai une (bon) _____________ idée!"

Slide 7 - Open question

Vul de juiste vorm in:
C'est une route (dangereux) ___________________

Slide 8 - Open question

2. De plaats van het
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Slide

Wat heb je nodig?
Les adjectifs (bijvoeglijke naamwoorden)


Volgorde: Na het zelfstandig naamwoord.

Le chat gris mange.
C'est une maison fantastique.

Maar: bon mauvais nouveau grand gros petit vieux jeune joli haut long staan VOOR het zelfstandig naamwoord.

Slide 10 - Slide

(anglais) un autobus
A
un anglais autobus
B
un autobus anglais

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

(belge) le chocolat
A
le belge chocolat
B
le chocolat belge

Slide 13 - Quiz

le chocolat belge

Slide 14 - Slide

(rouge) des fleurs
A
des rouge fleurs
B
des rouges fleurs
C
des fleurs rouge
D
des fleurs rouges

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

(beau) une fleur
A
une beau fleur
B
une belle fleur
C
une fleur beau
D
une fleur belle

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

(vieux) une dame
A
une vieux dame
B
une vieille dame
C
une dame vieux
D
une dame vieille

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

(nouveau) une voiture
A
une nouveau voiture
B
une nouvelle voiture
C
une voiture nouveau
D
une voiture nouvelle

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

(blanc) une.... page......

Slide 23 - Open question

(nouveau) un..... jean......

Slide 24 - Open question

(joli) une....actrice.......

Slide 25 - Open question

Au travail
Fais les exercices suivants:
mets dans le bon ordre
place et accords des adjectifs
les accords des adjectifs

Slide 26 - Slide

Comment est ta personnalité? 
-> Je suis...
p.43

Slide 27 - Slide

Quelle est ta personalité? 
-> Je suis...
p.43
Observe les differences entre les adjectifs masculins et feminins et le sigulier/pluriel!

Slide 28 - Slide

Comment est ton aspect physique? 
-> Je suis.../J'ai...
p. 45

Slide 29 - Slide

Comment est ton aspect physique?

Slide 30 - Open question

Comment est ta personnalité?

Slide 31 - Open question

Comment est ta famille?
- Geef door 2 karakteristieken van je familieleden (uiterlijk en karakter) in je familieboom.
- Vraag aan 5 klasgenoten dingen over hun familie. Wat vragen kan je stellen?
- Schrijf hun antwoord op.
- Vertel de klas wat je hebt ontdekt. 

Slide 32 - Slide

Ik begrijp hoe ik moet bijvoeglijke naamwoorden in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Wat kan jij nu doen?
 
Nu kan ik...
1. een ECHTE examen tekst lezen en begrijpen.
2. vragen over de tekst beantwoorden.
3. strategieën gebruiken om beter te lezen.

Slide 34 - Slide

Bon travail!
¡Au revoir!

Slide 35 - Slide