Herhaling klas 3: Blok 1

1 / 51
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Indeling 
In dit blok neem je het eerste deel van de theorie op door deze door te nemen in tekst of filmpje en daarbij opdrachten te maken. Zorg ervoor dat je hier geen vragen meer over hebt, aangezien dit straks je basis hoort te zijn. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Om mensen te waarschuwen voor gevaarlijke stofeigenschappen gebruiken we gevarensymbolen of pictogrammen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Opgave 1. Ammoniak
Kijk naar de chemiekaart van ammoniak op internet. 
a. Welke gevarenpictogrammen staan afgebeeld op de chemiekaart? 
b. Met welke gevaren moet je rekening houden als je ammoniak gebruikt?
c. Wat kun je doen ter preventie van deze gevaren? 


Antwoord inleveren op volgende pagina

Slide 10 - Slide

Antwoord opgave 1

Slide 11 - Open question

Opgave 2. In een practicum-lokaal zijn verschillende veiligheidsmaterialen. Eén daarvan is de oogwas-fles.
Waarvoor dient een oogwas-fles?
A
Om je ogen schoon te spoelen als er iets in komt tijdens een proef.
B
Om je ogen schoon te spoelen na afloop van een proef.
C
Om je ogen schoon te spoelen vóór het begin van een proef.

Slide 12 - Quiz

Opgave 3: Een brander heeft een ruisende vlam met een blauwe kern. Wat moet je achtereenvolgens doen om deze brander veilig uit te zetten?

Slide 13 - Open question

Antwoord opgave 1

Slide 14 - Slide

Theorie atomen en moleculen

Dat kan door de filmpjes met informatie door te nemen of de slides met informatie. Kies jouw manier, maar zorg dat dit je basis is. 
De slides met theorie volgen voor het filmpje. 

Slide 15 - Slide

moleculen en atomen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Je kan dit onderzoeken door het te laten verhitten of af te koelen. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Voordat we verder gaan
Een filmpje over het periodieke systeem, het belangrijkste systeem uit de scheikunde, deze is belangrijk voor iedereen. Daarna volgt uitleg over molecuulformules (weer keuze uit theorie op slides of filmpje). 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

De molecuulformule

Atomen stellen we voor als bolletjes met
een elementsymbool
.




Cl
H
H
O
O
C
C
O
H

Slide 25 - Slide

Molecuulformule
- moleculen bestaan uit elementen
- molecuulformules schrijf je dus met de formules van de elementen.
Bijv:
- een watermolecuul bestaat uit 2 atomen water en 1 atoom zuurstof
Dus H2O
- het getal 2 heet index en geeft dus weer dat er 2 atomen waterstof zijn
- Achter de O staat eigenlijk een 1 maar die mag je weglaten (net zoals bij wiskunde) 

Slide 26 - Slide

De molecuulformule

Meerdere moleculen worden dus weergegeven met
het
coëfficiënt
. Dit getal komt voor het molecuul te staan.



C
O
O
C
C
C
C
O
O
O
O
O
O
O
O

Hier is de coëfficiënt 5

dus 5 CO2

Slide 27 - Slide

Molecuulformule
H20
2 = index         5 = coëfficient 
index = getal  dat achter het element komt en aangeeft hoeveel atomen en in het molecuul zitten.
coëfficient = getal dat aangeeft hoeveel moleculen er aanwezig zijn.
  bijvoorbeeld  25  C6H12O6
molecuul tekening

Slide 28 - Slide

Belangrijke begrippen
Molecuultekening
Molecuultekening van water
Bestaat uit:
  • 1 atoom zuurstof (O)
  • 2 atomen waterstof (H)
  • 1 molecuul

Molecuulformule
Molecuulformule:
2x een H-atoom
1x een O-atoom
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Index
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Coëfficiënt
Coëfficiënt staat voor de molecuulformule en geeft aan hoeveel moleculen ervan zijn. 

Voorbeeld: 3 CO2
3 * 1 atomen C (koolstof) dus 3 atomen totaal
3 * 2 atomen O (zuurstof) dus 6 atomen totaal

Slide 29 - Slide

Deze griekse telwoorden zet je voor het element.
Let op! Het getal staat achter het element!
Koolstofdioxide =  CO  (ezelsbrug)
Mono komt nooit bij het eerste atoom van de molecuulformule. dus niet monokoolstofdioxide

Slide 30 - Slide

Water
Water kunnen we op verschillende manieren weergeven. 

Molecuulformule : H2O
Structuurformule :

Voor het tekenen van structuren, moet wel bekend zijn, hoeveel bindingen ze aankunnen. 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Structuurformules

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

De volgende atoomsoorten en molecuulsoorten moet je kennen!

(Ze staan ook in Quizlet klaar)

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Opgave 4. Geef in de onderstaande gevallen aan hoeveel atomen van ieder soort in totaal aanwezig zijn. 
a. 3 CO2
b. 8 H2SO4  
c. 13 C2H5OH 
d. 18 H2O2
e. 4 MgSO
f. 8 AlCl3*
*=het zijn de elementen Aluminium en Chloor (geen i maar een l). 

Slide 42 - Slide

Opgave 5. Moleculen en atomen 

Slide 43 - Slide

Opgave 6.Geef in de onderstaande gevallen aan hoeveel atomen van ieder soort in totaal aanwezig zijn. 

Slide 44 - Slide

Lever hier antwoorden van opdracht 4 t/m 6 in.

Slide 45 - Open question

Antwoorden opgave 4. 
Antwoorden opgave 5

Slide 46 - Slide


Antwoorden opgave 6
Alles goed?
Weet je anders waar je fout ligt? 
Toch vragen, stel ze aan je docent, dit is namelijk wel belangrijk!

Slide 47 - Slide

Opgave 7. Teken nu zelf de  structuurformules


  1. Zwaveldixiode
  2. Waterstofperoxide
  3. Ozon
  4. Butaan

  5. C₆H₁₂O₆
  6. 2 NH₃
  7. C₆H₅NO₂

Slide 48 - Slide

Lever hier je antwoorden van 7 in.

Slide 49 - Open question

Antwoorden opgave 7

Slide 50 - Slide

Tot slot: huiswerk
Maak t/m opdracht 7 geheel af en leer de atoom- en molecuulsoorten. 

Vragen, stel ze gerust de volgende les!

Slide 51 - Slide