Bg2 les 3: autisme

Bg2 les 3: autisme
.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Bg2 les 3: autisme
.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les kun je
  • Benoemen wat autisme is.
  • Benoemen wat je rol als MZ'er is in het ondersteunen van mensen met autisme.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij het woord autisme?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Vertel eens.. Wat zie je op deze tekening?


Wat zie je?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat zou iemand met autisme geantwoord hebben? 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat zou iemand met autisme geantwoord hebben?

"Ik zie een brandweerauto”. 
“Ik zie twee etalagepoppen.” 
“Er hangt iemand aan de muur.” 
Etc…
Allemaal losse dingen, niet per se een verhaal/context erbij.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waar is de bananenschil?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Reactiesnelheid mensen zonder ASS vs mensen met ASS
 Mensen met ASS vinden de bananenschil gemiddeld genomen sneller dan mensen zonder ASS.

 Zij zijn meer gericht op details, waardoor details hen sneller opvallen en zij minder afgeleid worden door de sociale situaties/contexten/andere details in een plaat. 
Zij weten wat ze zoeken en kunnen daar beter op filteren dan mensen zonder ASS.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

ASS is de afkorting voor Autisme Spectrum Stoornis.  
  • Het is een verzamelbegrip voor verschillende vormen van autisme.
  •  Afwijking in de bouw van de hersenen.
  •  Moeite hebben om structuur in hun leven te brengen en ze hebben moeite met inschatten van sociale interacties.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van autisme
Als autisme als diagnose gesteld wordt, wordt er gelet op drie kenmerken:
1. Beperkingen in sociale interactie 
2. Beperkingen in communicatie/taal 
3. Stereotype interesses en gedragingen 
Opdracht zoek op

Slide 11 - Slide

Als autisme als diagnose gesteld wordt, wordt er gelet op drie kenmerken:
1. Beperkingen in sociale interactie  uit zich in het missen van het sociale aspect, dus het niet aanvoelen van de ander en het niet oppikken van non-verbale informatie.
2. Beperkingen in communicatie/taal  uit zich in het letterlijk nemen van taal, dubbelzinnigheid niet snappen en niet aanvoelen wanneer je iets kan zeggen en wanneer niet.
3. Stereotype interesses en gedragingen  uit zich in beperkte interesses, grote behoefte aan voorspelbaarheid en duidelijkheid en moeite met veranderingen, schakelen en plannen/organiseren, graag vasthouden aan routines en vaste patronen. Mogelijk ook zintuigelijke gevoeligheden.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Theory of mind




De henresen nmeen de ogimevng waar.
 Neit de lteretijlke ifrmontiae wrdot vreewkrt maar wat wij dkenen wat de ifrmontiae is.
 Daroam kun je dit lzeen.
 Imenad met atsiume kan alelen ifrmontiae lteretijke  nmeen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hypergevoeligheid=


Er komen er veel meer prikkels binnen dan gehanteerd kunnen worden. 

Hypogevoeligheid=
komen te weinig prikkels binnen,  Zo merken zij prikkels als honger, verzadiging, kou en warmte soms niet op.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Savant syndroom
  • Mensen met het Savant Syndroom
zijn op één specifiek terrein zeer sterk ontwikkeld.
  • Hebben een zeer laag IQ. 
  • Op één terrein scoren ze echter erg hoog in de IQ-test 
Savant vaardigheden op gebied van kunst, muzikale vaardigheden, rekenen, ruimtelijk inzicht en kalender berekening.
Het Savant Syndroom wordt vaak in verband gebracht met ASS

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wist je dat....
  • Mensen met autisme ook gevoel hebben
  •  De meeste mensen met autisme hebben een gemiddelde tot hoge intelligentie. Naar schatting 30 % heeft een verstandelijke beperking.
  • ook behoefte hebben aan sociaal contact
  • meer wordt vastgesteld bij mannen maar vrouwen hebben het ook
  • Verhoogde kans op verslaving

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Begeleiding als MZ'er
Wie werkt er met mensen met autisme op stage?
Opdracht 
MIX & MATCH spel
https://www.youtube.com/shorts/YfXMAst1ukc

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Opdracht
Mensen met autisme kunnen baat hebben bij extra structuur. Binnen de GZ wordt vaak gebruik gemaakt van pictogrammen.
Maak pictogrammen voor alles wat jij vandaag doet.


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les kun je
benoemen wat autisme is 
benoemen wat je rol als MZ'er is in het ondersteuning van mensen met autisme

Slide 23 - Slide

This item has no instructions