This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Pak je werkboek, aantekeningenschrift en een pen.
Dagopening 'Ervaringsdeskundigen in de politiek'
Aujourd'hui c'est lundi! Fijn dat je er bent!
Slide 1 - Slide
Dagopening 'Ervaringsdeskundigen in de politiek'
Politici denken elke dag na over problemen in de samenleving en maken beleid om deze op te lossen. Maar kunnen ze oplossingen bedenken die écht werken als ze zelf die problemen niet hebben meegemaakt?
Slide 2 - Slide
Pak je werkboek, aantekeningenschrift en een pen.
Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een woordzoeker.
Aujourd'hui c'est lundi! Fijn dat je er bent!
Slide 3 - Slide
Le programme:
- Grammaire H bijvoeglijk naamwoord
- SO bespreken
Slide 4 - Slide
Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je iemand omschrijven
- Ken je de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord
Slide 5 - Slide
Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?
Slide 6 - Slide
Grammaire H
Het bijvoeglijk naamwoord
De witte hond heet Kees.
Het ijsje is groot.
De blauwe auto is lelijk.
Welk woord in de zin is het bijvoeglijk naamwoord?
Slide 7 - Slide
Welk woord in de zin is een bijvoeglijk naamwoord?
Le chien est blanc
Je porte un t-shirt bleu
C'est un garçon sérieux
Slide 8 - Slide
Vidéo et petit note
Pak een pen en je aantekeningenschrift
Slide 9 - Slide
Stappenplan:
1) Wat is de vorm van het bijvoeglijk naamwoord --> kijk naar het zelfstandig naamwoord ( - / -e / -s / -es)
2) Is het een onregelmatige vorm (beau / nouveau / vieux)?
Beau - belle - beaux - belles
Nouveau - nouvelle - nouveaux - nouvelles
Vieux - vieille - vieux - vieilles
Slide 10 - Slide
Even oefenen...
Slide 11 - Slide
La piscine est ..............
bleu / bleue / bleus / bleus
Slide 12 - Slide
La piscine est bleue
bleu / bleue / bleus / bleus
La piscine --> La = vrouwelijk enkelvoud --> +e --> bleue
Slide 13 - Slide
Le garçon est ..............
grand / grande / grandes / grands
Slide 14 - Slide
Le garçon est grand
grand / grande / grandes / grands
La garçon --> Le = mannelijk enkelvoud --> + X --> grand
Slide 15 - Slide
Quiz:
Koppel je laptop met de LessonUp!
Slide 16 - Slide
Een bijvoeglijk naamwoord....
A
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
B
zegt iets over een werkwoord
Slide 17 - Quiz
Waar moet je op letten bij het bijvoeglijk naamwoord?
A
Of het vooraan de zin staat of achteraan
B
vorm ( mannelijk /vrouwelijk/meervoud)
C
vorm en of het een uitzondering is
D
hoofdletters
Slide 18 - Quiz
bijvoeglijk naamwoord + es
bijvoeglijk naamwoord + e
bijvoeglijk naamwoord + s
mannelijk meervoud
vrouwelijk enkelvoud
vrouwelijk meervoud
Slide 19 - Drag question
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands
Slide 20 - Drag question
Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist vorm?
A
La plage est grand.
B
La plage est grandes.
C
La plage est grande.
D
La plage est grand.
Slide 21 - Quiz
sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak
mannelijk
vrouwelijk
grand
bleue
bleu
grande
intelligent
blonde
intelligente
blond
Slide 22 - Drag question
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord? --> is het bij enkelvoud le / la jean?
A
Les jeans noire.
B
Les jeans noirs.
C
Les jeans noires
D
Le jeans noir
Slide 23 - Quiz
Welke vorm van het Franse woord 'mooi' is juist?
A
Ma soeur est belle
B
Ma soeur est beau
C
Ma soeur est belles
D
Ma soeur est beaux
Slide 24 - Quiz
Welke vorm van het Franse woord 'nieuw' is juist?
A
La chambre est nouvelle
B
La chambre est nouveau
C
La chambre est nouveaux
D
La chambre est nouvelles
Slide 25 - Quiz
Au travail:
Quoi?
1) Corrigeren geschreven tekst over personen omschrijven (gebruik je kennis van grammaire H tijdens het corrigeren) --> denk aan de plaats en de vorm van het bijvoeglijk naamwoord --> un t-shirt bleu in plaats van un bleu t-shirt)
2) 30ABCD, 31ABC en 32ABC
Comment? Ga serieus in je eentje bezig met de opdrachten
Prêt (klaar)? Ga online Slim Stampen phrases-clés G
Slide 26 - Slide
Fijn dat je er weer bent!
Ga verder met de opdrachten uit het boek!
Klaar? Leren phrases-clés G / aantekening grammaire H / leren voor PW van maandag