Digitale Les 18-02-2022

Leerdoelen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Biologie LaboratoriumtechniekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leerdoelen

Slide 1 - Slide

Hypertoon
Hypotoon
Isotoon

Slide 2 - Drag question

Hypertoon
Hypotoon
Isotoon

Slide 3 - Drag question

Normaal
Hemolyse / Cytolyse
Celkrimp

Slide 4 - Drag question

Leerdoelen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Leg gebruikmakend van het plaatje uit, waarom water met voedingsstoffen en zuurstof op het begin van een de haarvat het weefsel instroomt.

Slide 8 - Open question

Leg gebruikmakend van het plaatje uit, waarom water met afvalstoffen en koolstofdioxide op het eind het haarvat instroomt.

Slide 9 - Open question

Welk eiwit aanwezig in het bloed draagt voor een groot gedeelte bij aan de osmotische waarde van het bloed?

Slide 10 - Open question

Waar gaat het overtollige weefselvloeistof / intercellulaire vloeistof naartoe?

Slide 11 - Open question

Herhaling tot nu toe

Slide 12 - Slide

Welke twee gassen kunnen aan hemoglobine in rode bloedcellen binden?
A
Stikstofgas (N2)
B
Zuurstofgas (O2)
C
Koolmonoxide gas (CO)
D
Koolstofdioxide gas (CO2)

Slide 13 - Quiz

Hoeveel procent van de zuurstof die bij de longen in het bloed terecht komt wordt opgenomen door de rode bloedcellen?
A
100%
B
50%
C
90%
D
80%

Slide 14 - Quiz

a. Hoe heet het zuurstofbindende eiwit dat in de
bloedcellen voorkomt?
b. Waar in dit eiwit bindt zuurstof?

Slide 15 - Open question

Hebben Erytrocyten (rode bloedcellen) een celkern en Mitochondriën? Verklaar dit.

Slide 16 - Open question

noem een paar functies
van een witte bloedcel

Slide 17 - Mind map

Witte Bloedcel/ leukocyt
functie
Neutrofiele granulocyten

Eosinofiele granulocyten

Basofiele granulocyten

Lymfocyt
Monocyt
Onschadelijk maken van bacteriën

Onschadelijk maken van parasieten
Veel aanwezig bij allergie

Onschadelijk maken van virussen

Gaan direct naar het weefsel waar het allergische reactie plaats vindt (functie niet duidelijk)

Fagocytose (“opeten”) van ziekteverwekkers en celresten

Slide 18 - Drag question

Benoem alle onderdelen van het hart.
Sleep je onderdelen naar de juiste nummer in de tekening. Sommige onderdelen staan dubbel benoemd in de tekening. Je hoeft ze maar naar één van de juiste plekken te verslepen.
Gebruik hiervoor H8.4
Onderste holle ader
Bovenste holle ader
Aorta
Longslagader
Longader
Linker boezem
Rechter boezem
Rechter Kamer
Linker Kamer
Halve maan vormige kleppen
AV-kleppen

Slide 19 - Drag question

Wat is de functie van de AV-kleppen?

Slide 20 - Open question

Waarom hebben aders interne kleppen en slagaders niet?

Slide 21 - Open question

Hoe noem je een slagader ook wel?
A
Aartor
B
Artillerie
C
Arterie
D
Aretie

Slide 22 - Quiz

Hoe noem je een ader ook wel?
A
Vane
B
Vene
C
Vain
D
Voene

Slide 23 - Quiz

Hoe noem je een haarvat ook wel?
A
Capillair
B
Caterpillar
C
Crairillairiolia
D
Copallor

Slide 24 - Quiz

Welk bloedvat loopt van het hart af?
A
Longader
B
Aorta
C
Poortader
D
Holle ader

Slide 25 - Quiz

Welk bloedvat loopt naar het hart toe?
A
Longslagader
B
Aorta
C
Longader
D
Beenslagader

Slide 26 - Quiz

Waarom heten de kleppen tussen de boezems en kamers AV-kleppen?

Slide 27 - Open question

Welke twee metingen doen wij aan het rode bloedcellen gedeelte van het bloed? Welke eenheden hebben deze?

Slide 28 - Open question

Dus exp:  03 - 04 inhalen. Leerdoelen bestuderen in leerroute. 

Slide 29 - Slide