V2 werkwoordspelling par. 10

V2 werkwoordspelling par. 11
Opdracht 1 t/m 6, blz. 262, 263
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

V2 werkwoordspelling par. 11
Opdracht 1 t/m 6, blz. 262, 263

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

  • Je hebt je kennis over werkwoordspelling van leerjaar 1 opgefrist (en hebt geanalyseerd wat goed gaat en wat beter kan).
  • Je weet hoe je Engelse (leen)werkwoorden in het Nederlands moet spellen.
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Verbeter de taalfout(en).

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Verbeter de taalfout(en).

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Verbeter de taalfout(en).

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Startopdracht
Wat?
Maak Cursus 7 Spelling paragraaf 9 af (in de online methode), opdracht 1 t/m 5. Schrijf in je schrift wat goed ging en wat nog aandacht nodig heeft. Lees paragraaf 10 (blz. 262) door als je klaar bent.
Hoe?
Zelfstandig in stilte.
Hulp
Brein, Boek, Buur
Tijd
Vijftien minuten



Klaar?
Keuze 1: Ik begrijp het goed: ga zelfstandig aan het werk.
Keuze 2: Ik vind het nog lastig: doe mee met de instructie.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Engelse werkwoorden
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen. We vervoegen deze leenwoorden net als Nederlandse woorden, en dat ziet er soms gek uit. Kijk maar:

Ik heb jouw bestand per ongeluk gedeletet.
Jij racet veel te snel!
Hoe vaak heb je deze maand al gedatet




Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Engelse werkwoorden
  • De ik-vorm t.t. van een Engels werkwoord schrijf je meestal door -en van het werkwoord af te halen. Let op bij timen.
speechen-speech, rugby-rugbyen, timen-time.
  • Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijf je een enkele medeklinker. let op bij paintball
flossen-flos, focussen-focus, paintballen-paintball
  • Engelse werkwoorden zijn in het Nederlands zwak, je kunt in de verleden tijd dus 't ex kofschip gebruiken.






Zo spel je




Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Maken: 
Verdieping:
Volgende les(sen):
Drie opdrachten uit het boek (je mag zelf kiezen welke).

blz. 262-263.



Beantwoord minstens drie van de verdiepingsvragen op de volgende slide.



Paragraaf 11:
Persoonsvormen in een samengestelde zin.


Cursus 7 Spelling, paragraaf 10 (blz. 260-261).
timer
10:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Onthouden: "Wat is de Nederlandse spellingsregel voor Engelse werkwoorden die eindigen op -y in de stam, zoals party?" Leg uit.

Begrijpen: "Waarom wordt het Engelse werkwoord to mail in het Nederlands vervoegd als mailde in de verleden tijd en niet als mailede?" Leg uit.

Toepassen: "Gisteren ..... (googelen) ik informatie over het project." 

Analyseren: "Vergelijk de vervoeging van de Engelse werkwoorden to chat en to update in het Nederlands. Wat valt je op aan de spelling in de verleden tijd?"

Evalueren/creëren: "Bedenk een korte verhaallijn (3-5 zinnen) waarin minstens drie Engelse werkwoorden gebruikt worden die zijn ingeburgerd in het Nederlands. Vervoeg de werkwoorden correct."



Kies drie verdiepingsvragen en werk deze uit.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Afronden: Mini SO (in je schrift)

R


2p
(1p) Leg uit op welke manier je Engelse werkwoorden in de verleden en het voltooid deelwoord correct spelt. Noem ook een voorbeeld.


T1


2p
(1p) Rogier ... (joggen) iedere avond even een half uurtje.
(1p) Ik ... (paintballen) vorige week wel drie keer!

T2


2p
(1p) Tot hoe laat heb je gisteravond ... (gamen)?
(1p) Ik vind dat er tijdens de bruiloft veel te lang werd … (speechen).

I


2p
(2p) De leerlingen chatten de hele middag met elkaar.

Leg uit waarom bovenstaande zin twee betekenissen heeft.
timer
7:30

Slide 13 - Slide

Houdt PTD aan

  • Je weet hoe je Engelse werkwoorden in het Nederlands moet spellen.
  • Je herkent het verschil tussen de tegenwoordige, verleden en voltooide tijd.
Lesdoelen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions