Mavo 4 Periode 1 Herhaling 1

Welkom

  • Zit voorin in de eerste twee rijen.
  • Log in op LessonUp.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom

  • Zit voorin in de eerste twee rijen.
  • Log in op LessonUp.

Slide 1 - Slide

Onderwerp(en)

Inflatie en koopkracht

Slide 2 - Slide

De kandidaat heeft:

  • inzicht in de achtergronden van de problematiek betreffende de oorzaken en gevolgen van de waardeverandering van geld en de prijscompensatie als middel om koopkrachtverlies tegen te gaan.
Eindtermen

Slide 3 - Slide

  1. Onderwerpen en leerdoelen
  2. Uitleg en controle vragen
  3. Zelfstandig aan de slag
  4. Opdrachten bespreken
  5. Evaluatie
Planning

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

  • Lonen (nominaal inkomen)
  • Prijzen (inflatie/deflatie of CPI)
  • Koopkracht (reële inkomen)

Formule:
Koopkracht % = lonen % - inflatie %

Berekening:
4,5% - 3% = 1,5% dus gestegen

Prijscompensatie
Als de lonen evenveel stijgen
als de prijzen.
Koopkracht
4,5%
3%
1,5%

Slide 6 - Slide

De inflatie stijgt.
Dat betekent dat de ..... stijgt/stijgen.
A
Lonen
B
Prijzen
C
Koopkracht

Slide 7 - Quiz

De inflatie is 2,5%.
De lonen stijgen met 4%.
Met hoeveel procent is de koopkracht gestegen/gedaald?

Slide 8 - Open question

De inflatie is 3%
De arbeiders willen een loonsverhoging van 5%
Met hoeveel procent moeten de lonen stijgen om een prijscompensatie te bereiken?

Slide 9 - Open question

  • Vlak voor het einde van de les kies ik 1 of 2 leerlingen die hun opdrachten
    komen laten zien (eventueel met het rad van fortuin).

    Als je niet in het rad van fortuin staat (omdat je uitlogt) krijg je
    ook een uitnodiging om het werk te laten zien!


  • Herhalingsopdrachten 1 t/m 5.
  • Eerste 5 minuten mag je fluisterend overleggen.
  • Na 5 minuten mag je op een normaal geluidsniveau
    overleggen en vragen stellen.

  • Rood = stil aan het werk
  • Oranje = zachtjes overleggen
  • Groen = op normaal geluidsniveau overleggen
Zelfstandig aan de slag
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Opdrachten bespreken
Herhalingsopdracht 1

  • 1 en 4

Herhalingsopdracht 2

  • a. Prijzen (inflatie) stegen met 2,75%. Om dat te kunnen compenseren moeten de salarissen met 2,75% stijgen.
  • b. 2% - 2,75% = -0,75% dus koopkracht verlies (reële inkomen)
  • c. 3,25% - 2,75% = 0,5%

Slide 11 - Slide

Opdrachten bespreken
Herhalingsopdracht 3

  • 1. 2004 en 2005, het nominaal inkomen is hoger dan de inflatie (je kan ook de koopkracht berekenen)
  • 2. 2002, het nominaal inkomen inkomen is gelijk aan de inflatie (je kan ook de koopkracht berekenen)
  • 3.
    2000 | 4,5% - 5% = -0,5%
    2001 | 2% - 2,5%  = -0,5%
    2002 | 2% - 2% = 0%
    2003 | 1,8% - 2,4% = -0,6%
    2004 | 22% - 1% = +21%
    2005 | 2% - 0,8% = +1,2%

Slide 12 - Slide

Opdrachten bespreken
Herhalingsopdracht 5

  • a. Ze stijgen of dalen niet

  • b. 0% - 2,2% = -2,2% dus A (gedaald)

  • c. 2,4% - 2,2% = 0,2% dus C (gestegen)

  • d. 0% - 2,2% = -2,2% dus A (gedaald)

  • e. 2,2% - 2,2% = 0% dus B (gelijk gebleven)

Slide 13 - Slide

Opdrachten bespreken
Herhalingsopdracht 4

  • 1. In de grafiek staat bij Nederland in 2005 een inflatie aangegeven van 2%.
  • 2. Japan in 2003 (-0,5%), een negatieve inflatie (min getal) is een deflatie.
  • 3. 3%
  • 4. Die verslechtert, de prijzen worden duurder. Nederland zal bijvoorbeeld minder importeren en de VS zal meer importeren (om eigen producten te vervangen).
  • 5. Nederland zal meer exporteren naar de VS (die importeert dan meer).

Slide 14 - Slide

Evaluatie

Slide 15 - Slide

Waar gaat de toets over?
  • Hoofdstuk 1.1 t/m 1.5
  • Opdrachten 1 t/m 49

Hoe kan je leren voor de toets?
  • Bestuderen "Uitleg" documenten op Google Classroom.
  • Bestuderen "LessonUp" via Google Classroom.
  • Proeftoets maken en oefenen.
  • Herhalingsopdrachten maken.
  • Begrippen oefenen met Quizlet.
  • Opdrachten 1 t/m 49 nakijken.
Toets woensdag 11 november!

Slide 16 - Slide