- Schema’s en stappenplannen om Y. te leren planmatig te werken en te plannen.
- Korte (deel) taken aanreiken gekoppeld aan tijd zodat hij meer overzicht krijgt.
- Eén opdracht tegelijk ook voor meer overzicht.
- Zoveel mogelijk afwisselende oefeningen, zodat het elke keer weer nieuw lijkt.
- Als een deeltaak af is, zo snel mogelijk (positieve) feedback geven.
- Oordelen over zijn werk, niet over Y. zelf. Dus niet: “Jij doet niets goed, alles is slordig.” Maar: “Ik vind dit stukje heel goed, probeer volgende keer of je een groter stuk net zo netjes kunt maken.”
Bron: https://gedragsproblemenindeklas.nl/