Donderdag 13 april 2023

Goedemorgen allemaal 
Telefoons kunnen op stil in je tas.
We starten met stillezen! 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemorgen allemaal 
Telefoons kunnen op stil in je tas.
We starten met stillezen! 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Stillezen
We beginnen met stillezen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
* Stillezen
*Terugblik vorige les
* Raadgedicht
* Leerdoelen vandaag
* Zelfstandig werken
* Evaluatie les

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is een hoofdzin?
A
Het onderwerp en de persoonsvorm staan naast elkaar.
B
Het onderwerp en de persoonsvorm staan niet naast elkaar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitspraak over de bijzin is waar?

In een bijzin...
A
staan onderwerp en persoonsvorm uit elkaar, of je kunt er iets tussen zetten.
B
staan onderwerp en persoonsvorm altijd naast elkaar.
C
staat de persoonsvorm achteraan.
D
staat geen persoonsvorm.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Link

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welk woord moeten we invullen op de lege plek?
A
verte
B
bosjes
C
horizon
D
sloot

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les kun je:
  • een onderscheid maken tussen moedertaal, tweede taal, vreemde taal, leenwoord.
  • de bedoeling van de schrijver verwoorden

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bedoeling van de schrijver
Elke tekst heeft een doel, elke schrijver heeft een bedoeling. Wat is het belangrijkste wat de schrijver wil vertellen over het onderwerp?
Dit staat meestal in de eerste alinea of in het slot van een tekst. Lees die twee gedeelten dus goed!
De schrijver noemt hierin meestal ook het onderwerp van de tekst.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Tips om de bedoeling te vinden
De bedoeling van de schrijver staat bijna altijd in de eerste alinea.
De bedoeling staat vaak in het slot van de tekst.
In de titel staat meestal het onderwerp (en soms een hint naar de bedoeling).
Een plaatje bij de tekst kan je helpen bij het bepalen van het onderwerp (en de bedoeling). 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

In welke alinea's vind je de bedoeling van de schrijver?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Eerste alinea en slot
D
Slot

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan jou helpen om het onderwerp van een tekst te bepalen?
A
Plaatje
B
Woordenboek
C
Bronvermelding

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke van deze is geen naslagwerk?
A
Atlas
B
Woordenboek
C
Krant
D
Encyclopedie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is standaardtaal?
A
Taal die mensen vanaf hun geboorte spreken
B
Taal die officieël in een land gesproken wordt
C
Taal die op veel plekken in de wereld gesproken wordt
D
Taal die vroeger gesproken werd, maar nu niet meer

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een tweede taal
A
Engels
B
De taal die je leert naast je moedertaal
C
De taal die je leert op school
D
Straattaal

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent meertaligheid?
A
Dat je woorden zowel passief als actief gebruikt
B
Dat je zinnen met meer woorden kunt maken
C
Dat je meerdere woorden kent
D
Dat je twee of meer talen spreekt

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Dialect
Taal
Limburgs
Zeeuws
Fries
Nederlands
Frans
Duits
Brabants
Gronings

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Leenwoorden zijn..
A
woorden die je weer terug moet geven
B
tijdelijk gebruikt in de Nederlandse taal
C
woorden die uit een andere taal komen
D
niet aangepast aan de Nederlandse spelling

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Lees
Theorie van week 16 Trede 6
Maak
De opdrachten van dit werkdoel (week 16!)
Tijd
Max 25 minuten
Eerder klaar?
Werk verder aan trede 6 of werk aan je eigen leerdoelen
Wat mag verder
Muziek luisteren ( wel met oortjes in),
overleggen op fluisterniveau, vragen stellen

Slide 21 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Trede 6 > Klik
Deze week > week 15

Volgende week > week 16
Dinsdag > kijken naar nieuwe opstelling klas
> (denk alvast na voor namen op jouw briefje!)

Donderdag > les en einde les een vakantiequiz

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoofdzaak is
A
minder belangrijke informatie over de tekst
B
belangrijke informatie over de tekst
C
informatie die je weg kunt laten

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

hoofdzaak
bijzaak
Mijn toets begint woensdag om 8.30u.
Zo leer ik vaak toetsen aan de keukentafel en soms op school.
Nederlands is de basis voor alle andere vakken. 
In de groene tekstdelen staat onder andere uitleg over de hoofd- en bijzaken.
Voor het pw Lezen moet je goed oefenen.
Je kent de leerstof in de groene kaders uit je hoofd.

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions


wat is een deelonderwerp?
wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een aspect van een onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Sleep naar de juiste plek
Deelonderwerpen
Onderwerp
Inleiding

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Op welke manier van lezen vindt je het onderwerp/deelonderwerpen/hoofdgedachte?
onderwerp
deelonderwerpen
specifieke info
oriënterend lezen
globaal lezen
zoekend lezen

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Wat heb je vandaag geleerd? Ben je tevreden over je eigen werkhouding?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions