paragraaf 5

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Boek hoofdstuk 6 paragraaf 5
* We gaan zo beginnen ...........
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Boek hoofdstuk 6 paragraaf 5
* We gaan zo beginnen ...........

Slide 1 - Slide

paragraaf 4
bespreken opdracht 6 tot met 9

Slide 2 - Slide

paragraaf 5
Inkomsten van de overheid

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Stelling Ik betaal liever geen belasting

Slide 7 - Slide

Belasting betalen is noodzakelijk?

Slide 8 - Slide

SCHRIJF DE BELASTINGEN OP DIE JE KENT (DOE DIT IN TWEETALLEN)
timer
1:30

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Inkomsten overheid

Slide 11 - Slide

Inkomsten overheid
  • Belastinginkomsten
  • Niet-belastinginkomsten

Slide 12 - Slide

Belastingen
Belasting = verplichte bijdrage die bedrijven en burgers aan de overheid betalen

Slide 13 - Slide

Soorten belasting
  • Inkomstenbelasting
  • Belasting over de winst 
    (=vennootschapsbelasting)
  • BTW
  • Accijns

Slide 14 - Slide

btw=

belasting toegevoegde waarde

Btw staat voor belasting over de toegevoegde waarde en is een belasting die wordt geheven over elk product of dient dat in Nederland wordt verkocht.

Er zijn drie btw-tarieven:

  • 21% (luxe goederen),
  • 9%  (noodzakelijke levensbehoeften, diensten),
  • of 0% (onderwijs, gezondheid)

Slide 15 - Slide

BTW berekenen
Mijn Kapper rekent voor een knipbeurt €16,53 exclusief 21% BTW. Hoeveel is de knipbeurt inclusief BTW?

Ik koop een voetbal van €15 inclusief 21% BTW in de winkel. Hoeveel is de voetbal exclusief BTW?



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Accijns
Accijns is een belasting op bepaalde producten met als doel de prijs te verhogen. Hierdoor wordt het gebruik verminderd. 

  • Alcohol
  • Benzine
  • Tabak

Slide 18 - Slide

Hoeveel € van het biertje gaat naar de overheid?
A
€0,08
B
€0,38
C
€1,74
D
€0,46

Slide 19 - Quiz

Accijns
De overheid maakt bepaalde producten duurder omdat deze slecht zijn voor het milieu of de gezondheid. 

  • Benzine, tabak, alcohol

Slide 20 - Slide

Niet-belasting ontvangsten
  • Aardgasinkomsten
  • Winst uit overheidsbedrijven
  • Boetes

Slide 21 - Slide

Hoofdstuk 6 paragraaf 5
Opdracht 1-2-3 en 6


Slide 22 - Slide