SMS klas 5: Belangrijkste thema 5 woorden.

Thema woorden 5.
1 / 39
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema woorden 5.

Slide 1 - Slide

Wat betekent RUWWEG?
A
ver weg
B
precies
C
ongeveer
D
een straat

Slide 2 - Quiz

Wat betekent EXACT?
A
heel precies
B
niet precies
C
ongeveer

Slide 3 - Quiz

Wat betekent: ' de spijker op de kop slaan'?
A
Je zegt helemaal niets.
B
Je zegt precies hoe het zit.
C
Je durft niet iets te zeggen.
D
Je praat met een spijker.

Slide 4 - Quiz

Ongeveer. De hoogte van dit voorwerk is... 2 meter.
A
Boeiend
B
Exact
C
Bevatten
D
Ruwweg

Slide 5 - Quiz

Wat betekent duizelingwekkend?
A
Je vindt iets leuk.
B
Je wordt ergens blij van.
C
Je wordt ergens draaierig van.
D
Je maakt een koprol

Slide 6 - Quiz

Wat is het tegengestelde van
'boeiend'
A
duizelingwekkend
B
slaapverwekkend
C
verbazingwekkend

Slide 7 - Quiz

Wat betekent hedendaags?
A
Je hebt geen contact meer met iemand waarmee je eerst wel contact had
B
(Bijna) niet kunnen wachten tot iets begint
C
Van nu, van deze tijd
D
Vandaag

Slide 8 - Quiz

Wat betekent exact?
A
Heel precies
B
Niet precies
C
Ongeveer
D
Precies

Slide 9 - Quiz

Wat betekent 'aanvragen'
A
iets vragen en het vervolgens nooit krijgen
B
toestemming krijgen om iets te vragen
C
volgens de afgesproken regels vragen om iets te krijgen

Slide 10 - Quiz

Hoe lang duurt oneindig?
A
1 jaar
B
10 jaar
C
100 jaar
D
niet te tellen

Slide 11 - Quiz

Ook vertelt hij iets over DE TOEPASBAARHEID van zijn uitvinding.
Wat vertelt hij dan?
A
Hoe je het kunt betalen
B
Hoe je het kunt gebruiken
C
Hoe je het kunt demonstreren
D
Hoe je het kunt maken

Slide 12 - Quiz

Sleep de blauwe kaartjes naar de rode kaartjes. Verbind
Instellen
Trappelen van ongeduld
Iemand of iets uit het oog verliezen
De spijker op de kop slaan
Bij een apparaat kiezen hoe het precies gaat werken
(Bijna) niet kunnen wachten tot iets begint
Je hebt geen contact meer met iemand, maar die had je eerst wel
Je maakt een opmerking die precies zegt hoe het zit

Slide 13 - Drag question

Wat is de oorzaak?
Jan heeft zich verslapen. Hierdoor is hij te laat op school.
A
Jan heeft zich verslapen.
B
Hierdoor is hij te laat op school.

Slide 14 - Quiz

Sleep de blauwe kaartjes naar de rode kaartjes. Verbind
Slaapverwekkend 
Boeiend
Doorsnede
Het formaat
Werktekening
 Erg saai
De grootte
Spannend
Dat wat je ziet als je iets door snijdt
Een tekening waarop je kunt zien hoe iets in elkaar zit of hoe iets gemaakt moet worden

Slide 15 - Drag question

Hedendaags
Het prototype
Het spoor bijster zijn.
Iets op het spoor zijn.
Van nu, van deze tijd
Een proefmodel
Hij weet niet meer hoe verder te gaan.
Je hebt iets door.

Slide 16 - Drag question

Wat betekent het formaat?
A
hoe iets moet
B
hoe groot iets is

Slide 17 - Quiz

Wat betekent trappelen van ongeduld?
A
lopen in draf met een paard
B
bijna niet kunnen wachten tot iets begint

Slide 18 - Quiz

Wat betekent slaapverwekkend?
A
Niet om aan te horen
B
De juf
C
Je bed
D
Erg saai

Slide 19 - Quiz

de uitvinder wil een speech houden.
Wat is een ander woord voor 'de speech'
A
de dialoog
B
het overleg
C
de toespraak
D
de verkiezing

Slide 20 - Quiz

Welk begrip hoort hierbij?
'de grootte'
A
exact
B
formaat
C
typisch
D
oneindig

Slide 21 - Quiz

Welk woord past hierbij:
Dat wat je bereikt, nadat je iets hebt gedaan of gemaakt.
A
het resultaat
B
oneindig

Slide 22 - Quiz

Sleep de blauwe kaartjes naar de rode kaartjes. Verbind
Nadrukkelijk
Bovenaanzicht
Hedendaags
Exact
Doeltreffend 
Zoals iets eruitziet als je er van bovenaf kijkt
 Heel precies
Dit zeg je van iets als het het doel bereikt
Van nu, van deze tijd
Duidelijk en met kracht

Slide 23 - Drag question

Wat is het gevolg?
Karin schopt heel hard tegen de bal.
Hierdoor raakt de bal de dure vaas.
A
Karin schopt heel hard tegen de bal.
B
Hierdoor raakt de bal de dure vaas.

Slide 24 - Quiz

Wat is 'het patent'
A
een bewijsstuk om als enige een uitvinding te mogen verkopen
B
een plan van iets wat je wilt gaan maken
C
een proefmodel om te kijken of alles goed werkt
D
een tekening waarop je kunt zien hoe iets in elkaar zit

Slide 25 - Quiz

Wat betekent boeiend?
A
slaapverwekkend
B
spannend

Slide 26 - Quiz

De demonstratie
Ruwweg
Het risico
Het genie
Laten zien hoe iets werkt
Ongeveer
De kans op gevaar of iets vervelends
Ieman die ergens bijzonder goed in is 

Slide 27 - Drag question

WAT IS HET TEGENOVERGESTELDE VAN EXACT?
A
PRECIES
B
DEGELIJK
C
NAUWGEZET
D
RUWWEG

Slide 28 - Quiz

Wat betekent typisch?
A
iets/iemand wat zich onderscheid van anderen
B
snel kunnen typen op een toetsenbord

Slide 29 - Quiz

Wat betekent 'degelijk'
A
dat iets goed in elkaar zit
B
dat iets je aandacht vasthoudt
C
dat iets je draaierig maakt
D
dat iets onderscheidend is

Slide 30 - Quiz

Sleep de blauwe woorden naar de juiste rode vakken
het formaat
slaapverwekkend
de doorsnede
het bovenaanzicht
de werktekening
boeiend
de grootte
erg saai
dat wat je ziet als je iets doorsnijdt
zoals iets wat er van boven uit ziet
spannend, iets wat je aandacht vasthoudt.
een tekening waarop je knt zien hoe iets in elkaar zit

Slide 31 - Drag question

JAN HEEFT EEN UITVINDING GEDAAN EN NU WIL HIJ ... AANVRAGEN
A
SUBSIDIE
B
BELASTING
C
PATENT
D
EEN VERZEKERING

Slide 32 - Quiz

Wat is een typisch Nederlands vervoermiddel?
A
schaatsen
B
scooter
C
trein
D
fiets

Slide 33 - Quiz

Innovatief
Inventief
Functioneel
Exact
Vernieuwend
Als je makkelijk overal een oplossing voor weet.
Geschikt voor het doel.
Heel precies

Slide 34 - Drag question

de oneindigheid
A
zonder dat iemand anders er vanaf weet
B
het is heel lang geleden
C
uitgeven
D
zonder einde

Slide 35 - Quiz

De uitvinder vertelt iets over HET PROFIEL.
Waarover vertelt hij dan?
A
over de kleur
B
over de omvang
C
over de vorm van het materiaal
D
over het gewicht

Slide 36 - Quiz

Wat betekent RUWWEG?
A
ver weg
B
precies
C
ongeveer
D
een straat

Slide 37 - Quiz

Sleep de blauwe kaartjes naar de rode kaartjes. Verbind
Installatie
Bevatten
Degelijk
Typisch
Resultaat
Oneindig
Duizelingwekkend
Aanvragen
Het neerzetten en aansluiten van apparaten zodat ze gebruikt kunnen worden
Iets in zich hebben
iets wat stevig is of goed in elkaar zit
Iets ervoor zorgt dat iets of iemand zich onderscheid aan anderen
Dat wat je hebt bereikt, nadat je iets hebt gedaan of gemaakt
Zonder einde
Iets zo groot of veel dat je er draaierig van wordt
Volgens de afgesproken regels iets aanvragen om iets te krijgen

Slide 38 - Drag question

IK BEN KLAAR VOOR DE TOETS!!
0100

Slide 39 - Poll