Grammatica H.2.7

Welkom!
1
WELKOM!
2
Werkboek
Pak alvast je spullen
Log in:
LessonUp

 2.7 Grammatica blz. 141 t/m 143




Aantekeningen schrift
chromebook
pen en markeerstift
3
4
code: 153 813
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!
1
WELKOM!
2
Werkboek
Pak alvast je spullen
Log in:
LessonUp

 2.7 Grammatica blz. 141 t/m 143




Aantekeningen schrift
chromebook
pen en markeerstift
3
4
code: 153 813

Slide 1 - Slide

Grammatica & spelling 2.7
- Je moet in een samengestelde zin een voegwoord kunnen herkennen.

- Je moet in een samengestelde zin de persoonsvormen kunnen herkennen.

- Je moet van twee enkelvoudige zinnen een samengestelde zin kunnen maken.

Slide 2 - Slide

2.7 wat weet ik al
Noteer van de zin hieronder de pv's
Ik wil een nieuwe iPad kopen, want hij is gestolen. Tip:tijdsproef 

Maak van onderstaande zinnen 1 zin:  
    Peter rende naar huis. Hij werd op school gepest.  
Nog een!    
    Het is bijna weekend. Ik ga naar een feest. 

Slide 3 - Slide

Aantekeningen 2.4
Samengestelde zin= zin met 2 persoonsvormen 
           Vaak met een voegwoord (en, omdat, maar, want, terwijl)

Mijn moeder is beroemd, want ze komt op tv  
 
                            
Terwijl zijn moeder werkt, maakt hij zijn huiswerk
zin 1
zin 2

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Lees de zin hieronder. Wat zijn de twee persoonsvormen?

Ik moet goed leren voor de toets, want anders haal ik een onvoldoende.

Slide 6 - Open question

Lees de zin hieronder. Wat is het voegwoord?

Ik moet goed leren voor de toets, want anders haal ik een onvoldoende.

Slide 7 - Open question

Maak van de twee zinnen een samengestelde zin met behulp van een voegwoord.

Ik heb geen zin in school. Ik moet er toch heen.

Slide 8 - Open question

Opdrachten boek 2.7 blz. 141
opdracht 3- 5-6-7  in je boek

Nog moeilijk: kijk het filmpje nog eens,
maar dan in classroom

Klaar: maak  test jezelf.
timer
15:00

Slide 9 - Slide

Kies de juiste vorm van de persoonsvorm:

(Loop / liep) jij straks naar het evenement of (neem / nam) jij de bus?
A
loop / neem
B
loop / nam
C
liep / neem
D
liep / nam

Slide 10 - Quiz

Herkennen samengestelde zin????

Zet de zin in gedachten in een andere tijd


VB: Lotte denkt dat haar cijfer een voldoende is.

->

Lotte dacht dat haar cijfer een voldoende was.


Nu weet je dat de zin 2 pv's heeft dus samengesteld is.



Slide 11 - Slide

Kies de juiste vorm van de persoonsvorm:

Op de veiling gisteren (biedt / bood) mijn oom op een schilderij, maar een andere koper (heeft / had) een hoger bod.
A
biedt / heeft
B
biedt / had
C
bood / heeft
D
bood / had

Slide 12 - Quiz