This lesson contains 26 slides, with text slides and 3 videos.
Spreek nooit direct tegen de tegenpartij. (Jullie zeiden dat..)
Zeg: Mijn tegenstander(s) zei(den) dat...
Oogcontact: richt de debater zich
tot de jury en het publiek?
Houding & handen: staat de
debater stevig en maakt hij ondersteunende handgebaren?
‘Be the argument’: gelooft
de debater zelf in wat hij zegt?
Stemgebruik: zijn tempo en volume passend en overtuigend?
speech voorstander : 1 minuut
speech tegenstander: 1 minuut
debatronde: 2 - 3 minuten
overlegronde om slotwoord voor te bereiden: 1.5 - 2 minuten
slotwoord: 1 minuut voorstander
1 minuut tegenstander
Een tijdbewaker houdt de tijd in de gaten en geeft door middel van handgebaren aan hoeveel tijd de spreker nog heeft:
1 minuut: wijsvinger
halve minuut: hand gebogen
10 seconden: 10 vingers opsteken