H2 ophalen H3 oefenen (A3)

toetsweek komt eraan
H2 scheidingsmethoden
H3 groene stencil boek (synthese en blokschema niet)

1 / 36
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

toetsweek komt eraan
H2 scheidingsmethoden
H3 groene stencil boek (synthese en blokschema niet)

Slide 1 - Slide

planning 
H2 scheidingsmethoden ophalen
H3 groene stencil boek oefenen
--------
volgende week SO elementen en formules

Slide 2 - Slide

Zuivere stof of mengsel?
A
a: mengsel b: zuivere stof c: mengsel
B
a: zuivere stof b: zuivere stof c: mengsel
C
a: mengsel b: mengsel c: mengsel
D
a: zuivere stof b: zuivere stof c: zuivere stof

Slide 3 - Quiz

welk plaatje heeft moleculen?
A
plaatje A
B
plaatje B
C
plaatje B en C
D
alle drie de plaatjes

Slide 4 - Quiz

Bij scheiden gaan de moleculen kapot

A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

scheiden op deeltjes niveau
sorteren van deeltjes/ moleculen

Slide 6 - Slide

Een suspensie kun je scheiden door
A
indampen
B
extraheren/ extractie
C
filtreren
D
destilleren

Slide 7 - Quiz

Suspensie
bezinken
filtreren
centrifugeren

Slide 8 - Slide

oplossing
emulsie
suspensie

Slide 9 - Drag question

Welke scheidingsmethoden kun je NIET gebruiken bij een oplossing?
A
Destilleren
B
Filtreren
C
Indampen
D
adsorberen

Slide 10 - Quiz

Suspensie
Residu
Filtraat

Slide 11 - Drag question

Bij welke 2 scheidingsmethoden maak je gebruik van verschil in kookpunt?
A
destilleren & adsorberen
B
indampen & filtreren
C
destilleren & indampen
D
filtreren & bezinken

Slide 12 - Quiz

Destillaat
Residu
Koeler

Slide 13 - Drag question

Welke scheidingsmethoden kies je wanneer je zout wilt winnen uit zeewater?
A
Indampen
B
Filtreren
C
Bezinken
D
Destilleren

Slide 14 - Quiz

Waarop berust de Scheidingsmethoden extraheren?
A
Verschil in dichtheid
B
Verschil in kookpunt
C
Verschil in deeltjes grootte
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 15 - Quiz

Leren is oefenen en doen
Je kunt alle opgaven van hoofdstuk 2 maken om te oefenen
Maak ook vooral het oefenproefwerk!

Slide 16 - Slide

volgende week een SO
tabel 1 -2 - 3 

bekijk dit voor 5 min daarna gaan we verder. 

Slide 17 - Slide

Geef het symbool van kalium

Slide 18 - Open question

Geef het symbool van zilver

Slide 19 - Open question

Geef de juiste naam voor Pt

Slide 20 - Open question

Geef de juiste naam voor B

Slide 21 - Open question

huiswerk was

 reactieschema - reactievergelijking - 
atomen tellen - 
kloppend maken

Slide 22 - Slide

Wat is in deze formule het coëfficiënt
A
4
B
2
C
6
D
2 en 6

Slide 23 - Quiz

hoeveel zuurstof atomen hebben we?
A
1
B
4
C
8
D
24

Slide 24 - Quiz

Is deze reactie kloppend?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Hoeveel fosfor (P) atomen in totaal?
2P2O3

Slide 26 - Open question

Maak de reactievergelijking kloppend

2P2O3....P+3O2
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quiz

Hoeveel chloor (Cl) atomen in totaal?
3Cl2

Slide 28 - Open question

Maak de reactievergelijking kloppend

2P+3Cl2......PCl3
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 29 - Quiz

morgen hiermee verder 
wil je voorbereid de les inkomen zodat je het beter begrijpt?
Bekijk dan het filmpje in teams!

Slide 30 - Slide

Het symbool voor aluminium is
A
Al
B
Am
C
AL
D
A

Slide 31 - Quiz

Het symbool voor zink is
A
Zv
B
Zn
C
At
D
Ag

Slide 32 - Quiz

de formule NH3 betekent
A
ammoniak
B
stikstoftriwater
C
methaan
D
salpeterzuur

Slide 33 - Quiz

de formule CH4
A
aardgas
B
Koolstofmonooxide
C
methaan
D
suiker

Slide 34 - Quiz

Het symbool Sn betekent
A
Stannium
B
Zink
C
Tin
D
IJzer

Slide 35 - Quiz

Het symbool Co is
A
Koolstof
B
Koolstofmonooxide
C
Koper
D
Kobalt

Slide 36 - Quiz