H5 Thema 3 B5 Gezonde voeding

Thema 3 

Vertering



B5
Gezonde voeding
1 / 50
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 10 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3 

Vertering



B5
Gezonde voeding

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Link

Hoeveel procent heb je gescoord?

Slide 4 - Open question

Lesprogramma B5
  • Herhalen B4
  • Leerdoelen  B5 (2 minuten)
  • Uitleg B5 
  • Maak opdracht 54 t/m 60 (10 minuten)
  • Lesafsluiter B4 (5 minuten)
  • Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf

Eerder klaar? Lees en maak 
Context Leefwereld 'Coeliakie'

Slide 5 - Slide

Leerdoel B5

10.5.1 Je kunt aangeven wat verantwoorde voeding is. 

10.5.2 Je kunt aangeven wat de gezondheidsrisico’s zijn van ongezonde of te veel voeding.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

De schijf van vijf
In verschillende landen hebben ze andere systemen. De Nederlandse schijf van vijf is slechts één van de vele varianten. De schijf is geen wet, maar wel een handig middel.

Wat weet jij al van de schijf van vijf?
  


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

De vijf adviezen voor gezonde voeding
1. Veel groente en fruit (groen): 250 gram 
    groente en 2 stuks fruit --> vooral vitaminen
2. Zachte en vloeibare vetten (geel): 
     onverzadigd vet --> vooral vetten
3. Meer plantaardig, minder vlees (roze): goed 
     voor jou en milieu --> vooral eiwitten
4. Vooral volkoren (oranje): bij voldoende 
     minder kans op ziekten --> vooral        
     koolhydraten
5. Dorstlessers zonder suiker (blauw): 1,5 liter 
     vocht --> vooral water


Slide 10 - Slide

Nog een paar aanvullingen...
  • Vezels zitten vooral in vak groen en oranje

  • Niet te veel en niet te vaak!!


In de Schijf van Vijf staan geen producten met te veel zout, suiker of verzadigd vet, of met weinig vezel. Je kunt hier prima af en toe iets van nemen, maar niet te veel en niet te vaak.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Verleidingen
  • Veel voedingsmiddelen met veel kleurstoffen, smaakstoffen, geurstoffen, suiker, verzadigd vet, zout en weinig mineralen, vitamines en vezels 
  • Mensen vinden dat lekker en zijn daardoor geneigd er veel van te eten of te drinken
  • Overal verkrijgbaar
  • Zorgt voor welvaartsziekten als obesitas, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Maak opdracht 63 t/m 70
Klaar?

Check of je de leerdoelen hebt gehaald met de flitskaarten en Test Jezelf

Klaar?
Lees de context 'Werken aan eten' en maak de 
opdrachten 71  t/m 74



Slide 16 - Slide

Lesafsluiter B5


10.5.1 Je kunt aangeven wat verantwoorde voeding is.

10.5.2 Je kunt aangeven wat de gezondheidsrisico’s zijn van ongezonde of te veel voeding.

Slide 17 - Slide

Karin zegt: Verzadigde vetten zijn gezonder dan onverzadigde vetten
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 18 - Quiz

In welke vak van de schijf van vijf zit veel zetmeel?
A
Vak 1 (groente en fruit)
B
Vak 2 (brood, aardappelen, pasta, etc)
C
Water
D
Vak 4 (Zuivel, noten, vis en vlees)

Slide 19 - Quiz

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak iets
B
Eet alleen groente en fruit
C
Eet weinig gezonde dingen

Slide 20 - Quiz

Wat zijn nog drie adviezen voor gezonde voeding?
A
Eet veel en beweeg niet + eet veel groente, fruit en volkoren brood + eet minder onverzadigd vet
B
Eet weinig groente, fruit en volkoren brood + eet minder verzadigd vet + drink veel drank met suiker
C
Eet niet te veel en beweeg weinig + drink dorstlessers zonder suiker + eet veel groente, fruit en volkoren brood
D
Eet uit elke schijf van de schijf van vijf + eet veel groente, fruit en volkoren brood + eet minder verzadigd vet

Slide 21 - Quiz

Hoe heet de extra stof in het oranje vak van brood, graanproducten en aardappelen en in het groene vak van groente en fruit.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video

Wat is de functie van suikers?
A
Bouwstof
B
Reservestof
C
Brandstof
D
Alle drie de opties

Slide 24 - Quiz

Wanneer word je dik van suiker?
A
Als je deze als reservestof gebruikt i.p.v. brandstof
B
Als je deze als brandstof gebruikt
C
Als je deze als bouwstof gebruikt
D
Als je suiker eet

Slide 25 - Quiz

Welke twee voedingsstoffen zorgen vooral voor de kcal op de etiketten?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Video

Waarom is een zoutarm dieet beter dan een zoutloos dieet?
A
Minder zout is gezond, maar zout is wel belangrijk
B
Zoutarm is helemaal niet beter
C
Een zoutloos dieet bestaat niet
D
Zoutarm betekent meer zout

Slide 28 - Quiz

Energie
  • Gemeten in kilojoule (kJ) of kilocalorie (kcal)
  • 1 kcal = 4,2 kJ 
  • Afhankelijk van geslacht, lichaamsgrootte, lichamelijke inspanning en leeftijd 
  • Gemiddeld jongens meer nodig dan meisjes
  • Groei zorgt voor toename energiebehoefte


Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Body Mass Index (BMI)
Meting gezond gewicht:





  • Naast BMI ook buikomvang belangrijk
  • Vooral vet in en rond buik nadelig (hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, diabetes type 2 en kanker)
  • Afvallen en aankomen  

Slide 31 - Slide

Gewicht
  • Gewicht gelijk als de hoeveelheid energie die je opneemt gelijk is als de hoeveelheid die je verbruikt 
  • Bij meer inname wordt een deel van je voedingsstoffen opgeslagen in de vorm van vet
  • Bij minder inname dan nodig, gebruik je de reservestoffen
  • Erfelijk: iedereen is anders gebouwd (zwaardere bouw, stofwisseling, dikte onderhuidse vetlaag)

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Ondergewicht
  • Te laag lichaamsgewicht is ook niet gezond, want tekort aan voedingsstoffen
  •  Lichaam gebruikt dan reservestoffen uit vet- en spierweefsel
  • Spieren worden afgebroken
  • Sneller ziek en lusteloos en moe voelen
  • Kans op botbreuken wanneer ondergewicht lang aanhoudt
  • Veroorzaakt door ondervoeding                te weinig voedsel/energie of te weinig voedingsstoffen (vooral eiwitten) maar ook door junkfood (erg weinig voedingsstoffen)

Slide 34 - Slide

Cholesterol
  • Belangrijke bouwstof
  • Vetten in je bloed in lipoproteïnen vervoerd
  • LDL (lage dichtheid lipoproteïne) en HDL (hoge dichtheid lipoproteïne)
  • LDL vervoert cholesterol naar de lever, bijnieren, eierstokken of teelballen
  • Hoog LDL-gehalte is ongunstig
  • Kan zich afzetten tegen beschadigingen aan binnenwand van bloedvaten (door roken, verhoogde bloeddruk of ouderdom)

Slide 35 - Slide

Cholesterol-HDL-ratio
  • HDL neemt LDL-cholesterol uit het bloed op en voert het af naar de lever, waar het wordt afgebroken en via gal wordt uitgescheiden 
  • HDL verlaagt zo de LDL-gehalte in het bloed en voorkomt afzetting of breekt de afzetting zelfs af
  • Hoog HDL-gehalte is dus gunstig
  • Verzadigde vetzuren zorgen voor toename LDL, onverzadigde voor toename HDL
  • Totale cholesterolgehalte / HDL-cholesterolgehalte (<5 mmol/l)

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Voedsel en milieu
  1. Eet minder vlees: kies vaker peulvruchten en noten 
  2. Verspil zo min mogelijk voedsel
  3. Eet genoeg en niet te veel snacks en snoep
  4. Drink vooral kraanwater, thee en koffie
  5. Eet voldoende zuivel en kaas, maar niet meer dan nodig
  6. Kies seizoensproducten en let op herkomst
  7. Kies voor duurzaamheidskeurmerken 

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Maak opdracht 66 t/m 70
Klaar?

Check of je de leerdoelen hebt gehaald met de flitskaarten en Test Jezelf

Klaar?
Lees de context 'Werken aan eten' en maak de 
opdrachten 71 t/m 74



Slide 40 - Slide

Lesafsluiter B5


10.5.1 Je kunt aangeven wat verantwoorde voeding is.

10.5.2 Je kunt aangeven wat de gezondheidsrisico’s zijn van ongezonde of te veel voeding.

Slide 41 - Slide

Oefentoets Thema 3

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Link

Wat was je procentuele score?

Slide 44 - Open question

Nog wat examenvragen

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Link

Wat oudere examenvragen

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Link

Extra stof
Conserveringsmethoden

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Video