Grammatica woordsoorten

Grammatica woordsoorten
Telwoorden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica woordsoorten
Telwoorden

Slide 1 - Slide

grammatica woordsoorten
Telwoorden
  • hoofdtelwoorden (htw): geven een hoeveelheid aan
1, één, 8, acht, 35, vijfendertig, 1000, duizend

  • rangtelwoorden (rtw): geven een volgorde aan
eerste, 1e, tweede, 2e, 120e, honderdtwintigste 

Slide 2 - Slide

Welk soort telwoord is het?

eerste
A
B
C
hoofdtelwoord
D
rangtelwoord

Slide 3 - Quiz

Het woord ZEVENDE is een:
A
B
C
hoofdtelwoord
D
rangtelwoord

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

bepaald of onbepaald telwoord
  • bepaald telwoord (btw)
het aantal is bekend. vijf, 5, vijftig, 50

  • onbepaald telwoord (otw)
het aantal is niet bekend. veel, weinig, enkele

Slide 6 - Slide

Bepaalde hoofdtelwoorden



Noemt een bekend aantal of bekende hoeveelheid

Voorbeeld

Zeven boeken, zesendertig koeien, drie vijfde van de klas

Slide 7 - Slide

Onbepaalde hoofdtelwoorden
  • Noemt een onbekend aantal of onbekende hoeveelheid

Voorbeeld

Veel, weinig, enkele


Slide 8 - Slide

Rangtelwoorden

Bepaalde rangtelwoorden



Geeft een bekende plaats in een rij aan

Voorbeeld

Zevende, zesendertigste

Slide 9 - Slide

Onbepaalde rangtelwoorden
  • Geeft een onbekende plaats in een rij aan

Voorbeeld

Middelste, zoveelste, laatste, hoeveelste

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Veel leerlingen hebben voor die toets een voldoende gehaald.
Welk woord is 'veel'?
A
hoofdtelwoord
B
bepaald telwoord
C
rangtelwoord
D
onbepaald telwoord

Slide 12 - Quiz

Alle leerlingen van de Dean Academy in Engeland kregen plotseling vrij.
alle (woordsoort)
A
bepaald rangtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald hoofdtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 13 - Quiz

Het zesde lesuur zijn wij vrij.
wat is zesde?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
bepaald rangtelwoord
C
onbepaald telwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je
"tweede - tachtigste - honderdste"?
A
telwoord
B
rangtelwoord
C
voorzetsel
D
voegwoord

Slide 15 - Quiz

3. Twee derde van mijn klas haalde voor die toets een cijfer hoger dan een voldoende.
A
Twee derde = bepaald hoofdtelwoord
B
Twee derde = bepaald rangtelwoord

Slide 16 - Quiz