7.1 en 7.2 - Hellingsgetal en tangens

Hellingsgetal en tangens
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hellingsgetal en tangens

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je het hellingsgetal berekent, dat dit hetzelfde is als de tangens en dat je hiermee de hoek van de helling kunt berekenen. En andersom!

Slide 2 - Slide

Helling trap?
Helling?
Verhouding
300 / 400
dus 3/4


Slide 3 - Slide

Hellingsgetal = overstaand / aanliggend

Slide 4 - Slide

Hellingsgetal =  3/4 

Slide 5 - Slide

Hellingsgetal =  3/4
Hellingspercentage = 3/4 * 100 = 75% 

Slide 6 - Slide

Gelijkvormig, wat dan? 

Slide 7 - Slide

De hellingsgetal heet ook wel de tangens. Dit is de verhouding tussen de 2 rechthoekszijden van een rechthoekige driehoek
Je kunt met behulp van tangens een hoek uitrekenen in graden.

Slide 8 - Slide

De hellingshoek heet ook wel de tangens. Dit is de verhouding tussen de 2 rechthoekszijden van een rechthoekige driehoek
Je kunt met behulp van tangens een hoek uitrekenen in graden.

Slide 9 - Slide

De hellingshoek heet ook wel de tangens. Dit is de verhouding tussen de 2 rechthoekszijden van een rechthoekige driehoek
Je kunt met behulp van tangens een hoek uitrekenen in graden.

Slide 10 - Slide

3=26
toa

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is het hellingsgetal van deze helling?
A
16: 4 = 4
B
4/16
C
4:16=0,25
D
1/4

Slide 14 - Quiz

Hellingsgetal van de helling?
A
28:32
B
320/280
C
8/7
D
7/8

Slide 15 - Quiz

tangens =
A
aanliggend r.h.z.: overstaand r.h.z.
B
overstaand r.h.z.: aanliggend r.h.z.
C
langste zijde: aanliggend r.h.z.

Slide 16 - Quiz

Tangens kun je gebruiken in ......driehoek
A
elke
B
rechthoekige
C
gelijkbenige
D
gelijkzijdige

Slide 17 - Quiz


Hoe bereken je de helling van ∠ Q?
A
tan Q = PR / QR
B
tan Q = QR / PR

Slide 18 - Quiz


Hoe bereken je de helling van ∠ Q?
A
tan Q = 4 / 3
B
tan Q = 3 / 4

Slide 19 - Quiz


Hoeveel graden is ∠ Q?
A
31 graden
B
37 graden
C
53 graden
D
46 graden

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Voor volgende week
m. par. 7.1 en 7.2

Slide 23 - Slide