WERKEN AAN ZELFREDZAAMHEID IN HUIS SAMENVATTING

Wat betekent zelfredzaamheid?
1 / 12
next
Slide 1: Open question
Voortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat betekent zelfredzaamheid?

Slide 1 - Open question

Desinfecteermiddel zorgt er voor dat de meeste micro- organismen doodgaan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Om de koelkast schoon te maken gebruik je
A
Oplosmiddel
B
Reinigingsmiddel
C
Onderhoudsmiddel
D
Desinfecteermiddel

Slide 3 - Quiz

Wat kan er gebeuren als een kindje een fles schoonmaakmiddel vindt?

Slide 4 - Open question

Je hebt een mopsteel gebruikt tijdens het schoonmaken.
Hoe maak je deze schoon voordat je hem ophangt?

A
Je wast hem op 60ºC
B
Je slaat hem uit
C
Je spoelt hem goed schoon met heet water
D
Je neemt hem klam vochtig af

Slide 5 - Quiz

Wat betekent dit waarschuwingsbord?

Slide 6 - Open question

Wat moet je doen om hygiënisch en verzorgd te koken?
A
Lang haar vastmaken
B
Hand en polssieraden afdoen
C
Handen wassen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quiz

De thuiszorg maakt afspraken met de familie Peys over het schoonmaken. Hoe vaak moet Maartje het aanrecht schoonmaken?
A
Elke dag
B
Wekelijks
C
Om de 2 weken
D
Een keer in de maand

Slide 8 - Quiz

Davy heeft zijn kamer opgeruimd, afgestoft, gestofzuigd en de vloer gedweild. Hoe schoon is zijn kamer nu?
A
Huishoudelijk schoon.
B
Ruw schoon
C
Smetschoon
D

Slide 9 - Quiz

Voor welke was is dit wasmiddel:
A
bonte was
B
fijne was
C
witte was
D
handwas

Slide 10 - Quiz

Wat kun je doen om bij het boodschappen doen rekening te houden met het milieu?

Slide 11 - Open question

Waar staat de afkorting LSD voor?
A
Luisteren, samenvatten en doorvragen
B
Luisteren, samenvatten, doordenken

Slide 12 - Quiz