1E di 30 nov 2.8 deel 1

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag:
  • 10 minuten lezen
  • Herhalingsoefeningen
  • Uitleg paragraaf 2.8
  • Doorwerken met opdrachten 2.8
  • Woordenspel
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Slide

10 minuten lezen

Slide 3 - Slide

Herhalingsoefening
Schrijf de antwoorden van de volgende vragen in je schrift. 
Overleg niet met elkaar, je doet dit voor jezelf om te zien of je de stof kent. 

Slide 4 - Slide

Mijn moeder werd ontzettend boos dit weekend. Als eerste had ze gehoord dat haar kind naar school moet, terwijl er corona heerst. Daarnaast had ze gehoord dat ze een parkeerboete had gekregen. Ook had mijn zusje koekjes gestolen. Tot slot hielp mijn vader niet met de afwas. 

1. Hoeveel dingen worden er hier opgesomd?
2. Welke signaalwoorden zie je in de tekst?

Slide 5 - Slide

Geef aan welke uitspraken feit of mening zijn


1. Corona is een virus met veel mutaties
2. Je moet je laten vaccineren

Slide 6 - Slide

Maak een zin waaruit de betekenis van de volgende woorden blijkt:


1. In je element zijn
2. Over het algemeen

Slide 7 - Slide

Open je boek pag. 163
Leerdoelen van paragraaf 2.8

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Waar horen de komma's? Waarom horen ze daar?

a. Driss stuurde wel vijf sms’jes omdat zijn vriend Roel steeds niet reageerde.
b. Ze zouden samen naar de halfpipe gaan om te skateboarden.
c. Toen Roel eindelijk antwoordde bleek dat hij zich verslapen had.
d. Roel heeft zich snel gedoucht aangekleed en naar de skatebaan gehaast.
e. Driss was blij hem te zien want hij was even bang dat het niet door zou gaan

Slide 11 - Slide

Aan de slag 
Maak opdracht 7 t/m 12
Wat niet af is, is huiswerk voor morgen
Je mag samenwerken, maar je praat alleen over de opdrachten. 
Ik loop langs om het huiswerk van vandaag te controleren en vragen te beantwoorden. 

Slide 12 - Slide

Huiswerk morgen:
Huiswerk Nederlands: maak opdracht 7 t/m 12 van paragraaf 2.8. 

En: maak in je schrift zinnen met de volgende woorden uit paragraaf 2.5. 
Aangrijpend
Indrukwekkend
De ontwikkeling
Het resultaat
Uitdagen

Zorg dat het goede, volle zinnen zijn waaruit ik kan zien dat je de betekenis van de woorden kent. 



Succes en groetjes, juf Vos

Slide 13 - Slide

Woordenslinger
Ik wijs iemand aan.
Diegene noemt een zelfstandig naamwoord.
De volgende die ik aanwijs, noemt een zelfstandig naamwoord dat met de laatste letter van het vorige woord begint. 

Slide 14 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?
  • Wat is het huiswerk voor morgen?

Slide 15 - Slide