Talent 2.8 1TL de quiz

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom

We beginnen met 10 minuten lezen

Doel van vandaag

Herhalen § 2.7 & §2.8 

Noteer de lidwoorden uit de volgende zinnen. Er staat één lidwoord in iedere zin. Lees de zinnen heel goed door!

a. De jonge kinderen vinden het niet leuk dat je ze zo liet schrikken.

b. Het sneeuwde vorige maand een hele dag.

c. Elke kleine vergissing van een keeper wordt altijd gezien.

d. Een van hen wordt de nieuwe wereldkampioen.

Noteer de zelfstandig naamwoorden uit de volgende zinnen. Er staan meerdere zelfstandig naamwoorden in iedere zin. Lees de zinnen heel goed door!

In de Jaarbeurs in Utrecht vond afgelopen dagen een groot sportevenement plaats.

Het hele weekend konden kinderen kennismaken met onbekende sporten.

Mensen uit verschillende windstreken kwamen naar het evenement.

Je krijgt zo vier zinnen. Benoem het woord wat herhaald wordt. 

Kies uit: lidwoord, zelfstandig naamwoord of werkwoord. 

a. Ga je vanmiddag mee voetballen in het park?
voetballen

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord

b. Het vliegtuig heeft vertraging opgelopen.
opgelopen

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord

c. Mijn oma heeft gisteren haar tachtigste verjaardag gevierd.
oma

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord

d. Mijn zusje is ziek van de bedorven vis.
de

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. 

a. houden
Ik ___ erg van spannende stripboeken.

b. zien, lezen
Je ___ de plaatjes en ___ de tekstballonnen.

c. zorgen
Dat ___ voor een leuke combinatie!

d. vinden
In de bibliotheek ___ je vaak een speciale hoek met stripalbums.

e. wonen
Waar ___ jouw beste vriend.

f. zijn, kennen
Sinds Dennis verhuisd ___ , ___ ik zijn adres niet meer uit mijn hoofd.

g. staan
Daarom ___ dat nu in mijn telefoon.

h. veranderen
Hopelijk ___ het niet nog een keer.

Kijk goed naar de zinnen. Waar moet de komma staan? 

Kopieer de zin over en plaats de komma.

         

   Let op: niet in elke zin komt een komma.

a. Driss stuurde wel vijf sms’jes omdat zijn vriend Roel steeds niet reageerde.

b. Ze zouden samen naar de halfpipe gaan om te skateboarden.

c. Toen Roel eindelijk antwoordde bleek dat hij zich verslapen had.

d. Roel heeft zich snel gedoucht aangekleed en naar de skatebaan gehaast.

e. Driss was blij hem te zien want hij was even bang dat het niet door zou gaan.

De laatste dingetjes....

• Zorg  voor een opgeladen Chromebook!
• Leer de leerteksten goed
• Herhaal opdrachten die je lastig vindt
• Stamp de woorden van § 2.5. Hier kan je makkelijk punten scoren!

ZET 'M OP IN DE TOETSWEEK