2E 14/10

2E 14/10
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2E 14/10

Slide 1 - Slide

Lesson 2.2 LISTENING
Leerdoelen:
Je kunt eenvoudige informatie begrijpen.

Study box (lesstof):
WORDS + GRAMMAR
simple past

Slide 2 - Slide

2.2 GRAMMAR

  • Regelmatige werkwoorden: stam + ed
We walked to school yesterday. (to walk)
(?) Did we walk to school yesterday?
(-) We didn't walk to school yesterday.
  • Onregelmatige werkwoorden: 2e rijtje
I made a new video last weekend. (to make)
(?) Did I make a new video last weekend?
(-) I didn't make a new video last weekend.



to be (zijn):
I am  >  I was
you are  >  you were
she is  >  she was
he is  >  he was
it is  >  it was
we are  >  we were
they are  >  they were
The Past Simple = verleden tijd

Slide 3 - Slide

2.2 GRAMMAR
  • Maak Opdracht 1 t/m 7.  Daar heb je 20 minuten voor.

  • Bespreken Opdracht 1  t/m 7.


timer
20:00
to be (zijn):
I am  >  I was
you are  >  you were
she is  >  she was
he is  >  he was
it is  >  it was
we are  >  we were
they are  >  they were

Slide 4 - Slide

Welke regel hoort bij de Past Simple (verleden tijd)?
A
ww + s
B
ww + ed
C
ww + ing
D
tweede rijtje van onregelmatige ww.

Slide 5 - Quiz

Welk werkwoord staat in de Past Simple (verleden tijd)?
A
looking
B
runs
C
bored
D
sang

Slide 6 - Quiz

Dus...
Past Simple = verleden tijd
Is in het verleden gebeurd.

Regel:
ww + ed
of
2e rijtje in lijst van onregelmatige ww.

Slide 7 - Slide

Wat is de verleden tijd van het ww?
walk

Slide 8 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
listen

Slide 9 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
change

Slide 10 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
pay

Slide 11 - Open question

Maar...

Je moet ook 
vragen (?) en 
ontkenningen (-) 
kunnen maken in 
de verleden tijd.


Slide 12 - Slide

Maak een juiste vraag (?) van deze zin:
"Brad lived in Amsterdam."

Slide 13 - Open question

Maak de zin ontkennend (-):
"I liked maths."

Slide 14 - Open question

Maak een juiste vraag (?) van deze zin:
"Her parents started a business."

Slide 15 - Open question