4.2 Opkomst van steden en staten

1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De tijd van jagers en boeren
De tijd van Grieken en Romeinen
De tijd van monniken en ridders
De tijd van steden en staten
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Het ontstaan van de eerste monotheistische godsdiensten
De verspreiding van het christendom
Herleving van de agrarisch-urbane samenleving

Slide 8 - Drag question

Welke bewering over de Middeleeuwen is onjuist?
A
Middeleeuwen zijn van 500-1000 en bestaan uit monniken en ridders en steden en staten.
B
Middeleeuwen bestaan uit twee tijdvakken; monniken en ridders (500-1000) en steden en staten (1000-1500).
C
Middeleeuwen beginnen met de val van het Romeinse Rijk
D
Kenmerkend voor de middeleeuwen zijn feodalisme, hofstelsel en stadsrechten.

Slide 9 - Quiz

Stadsrechten zijn:
A
Rechten die bepalen of iemand een burger is.
B
Rechten die bepalen of een stad zichzelf mag besturen.
C
Rechten die bepalen wie wel of niet in het stadsbestuur mag plaatsnemen.
D
Rechten die stad kan kopen van burgers om machtiger te worden.

Slide 10 - Quiz

Wat is onjuist:
Een gilde...
A
… was een organisatie van ambachtslieden die opkwam voor een bepaalde beroepsgroep.
B
… was een organisatie die zich namens ambachtslieden inzette voor de rechten van ambachtslieden.
C
… was een organisatie die zorgde voor een opleiding en/of het welzijn van gezinsleden van ambachtslieden.
D
... was een organisatie die prijsafspraken maakte om concurrentie tussen ambachtslieden tegen te gaan.

Slide 11 - Quiz

Welke term heeft niet met het stadsbestuur te maken?
A
Schepenen
B
Schout
C
Gilde
D
Vroedschap

Slide 12 - Quiz

Waarom werden steden in de Middeleeuwen steeds zelfstandiger?

Slide 13 - Open question