Een glucose-molecuul wordt opgenomen uit de darmen in het bloed en verlaat het bloed in de nieren. Langs welke onderdelen uit het bloedvatenstelsel komt dit glucose-molecuul? Geef de juiste volgorde!
Slide 16 - Open question
Welke harthelft heeft een dikke gespierde wand? Waarom is dat zo?
Slide 17 - Open question
het hart.
Slide 18 - Slide
Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Welke functie hebben de kransaders?
A
Voedingsstoffen en zuurstof vervoeren naar het hart zelf.
B
Voedingsstoffen en zuurstof vervoeren naar de hartkamers.
C
Afvalstoffen en CO2 afvoeren vanaf het hart zelf.
D
Afvalstoffen en CO2 afvoeren uit de hartkamers.
Slide 21 - Quiz
Wat gebeurd er tijdens de hartslag in 3 fases? Sleep de juiste omschrijving naar de juiste hartfase.
Boezems trekken samen
Hartpauze
Kamers trekken samen
Slide 22 - Drag question
Hartritme
1. Vulfase - de hartkleppen zijn open en bloed stroomt vanaf de aders de via de boezems de kamers in.
2. Samentrekken van de boezems - hartkleppen open slagaderkleppen dicht
3. Kamers trekken samen - slagaderkleppen op en hartkleppen dicht
4. ontspannen
Slide 23 - Slide
Het hart
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Gaat de longslagader van het hart af of naar het hart toe? Is het bloed in de longslagader zuurstofarm of zuurstofrijk?
A
Van het hart af - Zuurstofarm
B
Van het hart af - Zuurstofrijk
C
Naar het hart toe - Zuurstofarm
D
Naar het hart toe - Zuurstofrijk
Slide 26 - Quiz
Wat is de volgorde van de grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem