ABR7 24.09.2024

Welkom!
24.09.2024
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AndersMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Welkom!
24.09.2024

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • 2.8
  • 2.9
  • 2.10
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

Terugblik
Bespreken HW: 2.8 opdr. 69-72 + 74-76

Slide 3 - Slide

Terugblik
  • Herhaling hoofdzinnen die beginnen met ''rest''.  

Slide 4 - Slide

2.8
  • Samen luisteren (opdr. 73) 

Slide 5 - Slide

2.8
  • Maak tweetallen
  • Maak samen opdr. 77
  • Praat samen: opdr. 78 + 80 

Slide 6 - Slide

2.8
  • Maak een groepje van 4 cursisten
  • Je krijgt werkblad 2.8
  • Op elk papier staat een weerbericht. 
  •  Beantwoord met jouw groepje de vragen op het blad. 
  • Bespreken

Slide 7 - Slide

2.9
  • Kook jij graag?
  • Wat kook jij vaak?
  • Waarom?
  • Wat eten Nederlandse mensen vaak?  

Slide 8 - Slide

Welk Nederlands eten ken je?

Slide 9 - Mind map

Eet jij wel eens Nederlands eten?
A
elke dag
B
vaak
C
soms
D
nooit

Slide 10 - Quiz

Welk Nederlands eten vind je lekker?

Slide 11 - Mind map

Welk Nederlands eten vind je niet lekker?

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

2.9
  • Blauwe woorden 

Slide 14 - Slide

2.9
  • Lees het recept 
  • Maak opdr. 83 zelfstandig
  • Bespreken 

Slide 15 - Slide

2.9
  • Maak opdr. 84, 85, 86 zelfstandig
  • Bespreek je antwoorden met een medecursist.
  • Klassikaal bespreken 

Slide 16 - Slide

2.9
  • Praat samen (opdr. 91)
  • Praat samen (werkblad 2.9(1) 
  • Schrijf een makkelijk recept op. 
  • Leg aan je medecursist uit hoe je jouw recept uitvoert. 
  • Praat samen (werkblad 2.9(2). 
  • Schrijf een ander recept op. 
  • Leg aan je medecursist uit hoe je jouw recept uitvoert.

Slide 17 - Slide

2.10
  • Bekijk de tekst
  • Bekijk de video 

Slide 18 - Slide

2.10
  • Je wilt zeggen dat iemand iets moet doen: 
  • --> Je moet olie in de pan doen. 
  • --> Je moet de oven aanzetten op 220 °C.
  • Je kunt het ook heel kort zeggen. 
  • Hiervoor gebruik je de gebiedende wijs (''commando'')
  • Doe olie in de pan.
  • Zet de oven aan op 220 °C.

Slide 19 - Slide

2.10
  • Voor de gebiedende wijs gebruik je de ik-vorm.
  • Pakken --> pak
  • Nemen --> neem
  • Doen --> doe 
  • De gebiedende wijs staat altijd aan het begin van de zin. 
  • Voorbeeld: Pak een mixer.
  • Neem drie eieren.
  • Doe melk in de beslagkom. 


Slide 20 - Slide

2.10
  • Vaak zie je de gebiedende wijs in instructies.
  • Voorbeeld van een instructie? 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

2.10
  • De gebiedende wijs is niet altijd aardig (''commando'').
  • Je kunt de gebiedende wijs aardiger maken.  

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

2.10
  • Pak en lees het bananenbrood-recept
  • Onderstreep de gebiedende wijs
  • Bespreken 

Slide 25 - Slide

2.10
  • Maak opdr. 94 & 95 zelfstandig
  • Bespreken

Slide 26 - Slide

2.10
  • Maak 2/3-tallen
  • Praat samen
  • Gebruik daarvoor de gebiedende wijs/werkblad 2.10 

Slide 27 - Slide

Afsluiting

Slide 28 - Slide