230112 Herhalen grammatica zinsdelen

Welkom H2a!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom H2a!

Slide 1 - Slide

Leg je deze materialen op tafel?

Een pen
Nederlands lesboek
Een schrift

Slide 2 - Slide

Welkom H2a!
Planning van vandaag:

  1. Herhalen grammatica zinsdelen H1-3
  2. Pauze
  3. Uitleg grammatica woordsoorten H2+3
  4. Oefenen

Slide 3 - Slide

Planning tweede periode:

Fictie (boek lezen)



Grammatica (ws/zd)
H1 t/m 3
Toetsen tweede periode:

Fictie (boek lezen)
Interview.  Inleverdatum 14 januari 


Grammatica (ws/zd)
Toetsweek (2x)


Slide 4 - Slide

Geef antwoord op de volgende vragen:
  1. Op welke drie manieren kan ik de persoonsvorm vinden?
  2. Welke vraag moet ik stellen om het onderwerp te vinden?
  3. Welke zinsdelen ken je nog meer?

De volgende vragen zijn echt herhaling van havo 2 stof. Het antwoord op deze vragen weet je misschien niet meer en dat geeft niet. Zorg dat je het aan het eind van de les wél weet!

  1. Ik heb in een zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde. Wat is het verschil?
  2. Sommige werkwoorden hebben een vast voorzetsel bij zich, zoals houden van. Zo'n vaste combinatie benoem ik apart. Hoe heet dit zinsdeel ook alweer?
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Even herhalen:
Ontleed de volgende zinnen. Benoem pv, o, wg/ng en vzv.
  1. Wie van jullie keek uit naar de eerste les na de vakantie?
    pv =
    ow=
    wg/ng =
    vzv =
  2. Die treinconducteur schijnt nogal chagrijnig te zijn in de ochtend.
    pv =
    ow =
    wg/ng =
    vzv =
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Zinsdelen die je kent en herkent:
Brugklas:
  • persoonsvorm
  • onderwerp
  • lijdend voorwerp
  • meewerkend voorwerp
  • bijwoordelijke bepaling
2 havo:
  • werkwoordelijk gezegde
  • naamwoordelijk gezegde
  • voorzetselvoorwerp

Slide 7 - Slide

Herhaling zinsdelen
Opdracht: 
- Lees de zinnen op de tafels en schrijf je antwoord op het antwoordenblad.
- Je denkt na voordat je iets opschrijft
- Weet je iets niet? Loop verder en kom later terug
- Je blijft van anderen en andere spullen af

Hoe: Je maakt het alleen
Nodig: een antwoordenblad en een pen
Klaar? Neem je blad mee en ga weer op je plek zitten.




timer
10:00

Slide 8 - Slide

Pauze
timer
4:00

Slide 9 - Slide

Planning:

  1. Herhalen grammatica zinsdelen H1-3
  2. Pauze
  3. Uitleg grammatica woordsoorten H2+3
  4. Oefenen 

Slide 10 - Slide

Woordsoorten....
Welke ken je nog?


Slide 11 - Slide

Geef de woordsoorten aan:
In dit land mogen mensen en dieren niet gekloond worden.


Daarom hebben twee Rotterdammers hun hond laten klonen in Zuid-Korea.


timer
7:00

Slide 12 - Slide

Hoofdstuk 2+3 Gramm. woordsoorten
Zelfstandig werkwoord
Geeft de handeling aan wat het onderwerp doet

Koppelwerkwoord
Geeft aan wat het onderwerp is of wordt
(zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen > ZWaBBeLS)

Hulpwerkwoord
Kan je weglaten.
(Ondersteunt het kww of zww)

Slide 13 - Slide

Hoofdstuk 2+3 Gramm. woordsoorten
  • Ik schrijf een brief voor mijn moeder.

  • Ik heb een brief geschreven voor mijn moeder.

  • Ik zou een brief willen schrijven voor mijn moeder.

  • Ik word morgen 13 jaar.

  • Ik zou morgen 13 jaar willen worden.


Slide 14 - Slide

Samen oefenen (blz. 62)

Slide 15 - Slide

Oefenen
Opdracht: 
Grammatica woordsoorten H2 (blz. 62): opdracht 2 en 4

Hoe: Je maakt het alleen
Nodig: pen, werkboek en schrift
Klaar: Haal een antwoordenboekje en kijk je antwoorden na. Daarna meld je je bij mij.




timer
10:00

Slide 16 - Slide