Zwachtelen en decubitus

ACT zwachtelen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

ACT zwachtelen

Slide 1 - Slide

Wat moet je doen als de tenen van de zorgvrager na het zwachtelen blauw kleuren?
A
De zwachtels direct verwijderen
B
De zwachtels losser aanbrengen
C
De zorgvrager 15 minuten laten lopen
D
Niets doen

Slide 2 - Quiz

ACT zwachtel je
A
bij veneuze insufficientie
B
bij arteriële sufficientie
C
bij zowel A als B
D
Niet bij A en B

Slide 3 - Quiz

Bij welke ulcus cruris (open been) mag je niet act zwachtelen
A
veneuze ulcus cruris
B
arteriële ulcus cruris
C
bij beide mag je act zwachtelen
D
bij beide mag je niet act zwachtelen

Slide 4 - Quiz

Bij ACT zwachtelen gebruik je de volgende zwachtels:
A
met lange rek
B
met korte rek
C
maakt niet uit
D
geen van beide

Slide 5 - Quiz

Waar staat ACT zwachtelen voor?
A
Anterior compressieve therapie
B
Ambulante compressie therapie
C
Arteriële compressie therapie
D
Ambulante compressieve toepassingen

Slide 6 - Quiz


Compressietherapie wordt wel toegepast bij wonden, ook als er geen oedeem is.
Vraag: Om welke reden is dit?

A
Dit vermindert de kans op infectie
B
Het vermindert de geur
C
Het maakt de verzorging makkelijker
D
Dit verbetert de doorbloeding

Slide 7 - Quiz

Lesdoelen
  • Je weet het doel van zwachtelen
  • Je kent de indicaties en contra-indicaties bij ACT zwachtelen

Slide 8 - Slide

Wanneer?
  • onvoldoende werking van de bloedvaten (veneuze insufficiëntie);
  • trombose;
  • lipoedeem;
  • onvoldoende werking van de lymfevaten

Slide 9 - Slide

Doel van zwachtelen
  • het vocht uit de onderbenen snel en blijvend laten verdwijnen;
  • versnellen van de bloedstroom;
  • versnellen van de lymfestroom.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

ACT zwachtelen
A = ambulante
C = compressie
T = therapie


  • Het is een arbeidsintensieve en complexe vaardigheid.
  • Wordt alleen uitgevoerd in opdracht van een arts. 

Slide 13 - Slide

Compressie
  • Uitoefenen van druk
  • Hoogste druk rond de enkels
  • Druk neemt af richting het hart
  • Druk rond de benen is gelijkmatig
  • Bij twee zwachtels; andere richting

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Korte rek zwachtels

Niet/weinig rekbaar
Werkdruk
Bij mobiele zorgvragers
Dag en nacht te dragen
Twee zwachtels per been
Lange rek zwachtels

Rekbaar
Rustdruk
Bij minder mobiele zorgvragers
Alléén overdag!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Zwachtelen

Slide 18 - Slide

Problemen bij het zwachtelen

  • Pijn
  • Irritatie van de huid
  • Vensteroedeem
  • Striemen en blaren
  • Kleur tenen
  • Afzakken van de zwachtel

Slide 19 - Slide

Polsteren Wel of niet??
  • Geen consensus; volg advies behandelaar!
  • Been rond en conisch maken
  • Holten opvullen met polstermateriaal en                          scherpe randen (scheenbeen) afvlakken
  • Doel: gelijkmatige drukverdeling
  • Synthetische watten en tubifast buisverband

Slide 20 - Slide

Contra-indicaties

Arteriële insufficiëntie
*claudicatio intermittens
Huidaandoening
Allergie voor bestanddelen van de zwachtels
Hartproblemen (afhankelijk van situatie)
Reuma

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Enkel- arm index
De enkel-arm-index is een onderzoek om de mate van doorbloeding van de benen vast te stellen. Hiervoor wordt de bloeddruk gemeten aan de bovenarm en net boven de enkel. Vervolgens worden deze waarden met elkaar vergeleken. De verhouding tussen de bloeddruk (bovendruk) in de onderbenen en de bloeddruk (bovendruk) in de armen is de enkel-arm-index.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Decubitus

Slide 25 - Slide

Wat is het?
Ontstaan van wonden door druk- en schuif- of wrijfkrachten of een combinatie hiervan
Kleine bloedvaten worden dichtgedrukt door constante druk op weefsel
Weefsel krijgt te weinig zuurstof en voeding met als gevolg afsterving

Slide 26 - Slide

Decubitus en smetplekken zijn hetzelfde
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

De verschillende categorieën:

Categorie 1: verkleuring (roodheid) van de huid, die niet verdwijnt of wegdrukbaar is. Huid is nog wel intact

Categorie 2: oppervlakkige wond (beschadiging), beperkt tot opperhuid en lederhuid. Bijvoorbeeld een blaar of een schaafwond, zonder dat het onderliggend weefsel is beschadigd.

Slide 29 - Slide

graad 1

Slide 30 - Slide

graad 2

Slide 31 - Slide

Categorie 3: een wond met verlies van huidlaag. Onderhuids vetweefsel is zichtbaar. Onderliggende botten of pezen (spieren) zijn niet aangetast.
  
Categorie 4: een diepe wond waarbij de onderliggende botten of pezen (spieren) zijn aangetast, met of zonder schade aan de opperhuid en lederhuid.

Slide 32 - Slide

graad 3

Slide 33 - Slide

graad 4

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Verhoogd risico door?

Slide 36 - Mind map

Verhoogd risico door..
verminderde mobiliteit
slechte voedingstoestand
verminderde huidconditie
neurologische stoornissen
incontinentie
afwijkende lichaamstemperatuur


Slide 37 - Slide

Zinvolle maatregelen

Wisselhouding in bed
Voorkomen van schuiven in bed
Wisselhouding in de stoel
Voeding
Huidverzorging

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Wat vond je van deze les?

Slide 40 - Mind map

Kennistoetsenbank!

Slide 41 - Slide