MH1 - leesvaardigheid deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

MH1 

leesvaardigheid

deel 2

Herhaling H1 t/m 4 en H15 t/m 18

leesstrategieën & tekstdoelen

zoekend lezen

globaal lezen

Intensief/lerend lezen

titel en tussenkopjes

trefwoorden

eerste zin alinea's 

afbeelding

belangrijkste info

onthouden

goed begrijpen

lezen wat nodig is

samenvatting maken

Je bereid je voor op je Pecha Kucha.
Welke leesstrategie kies je?

1. globaal lezen
2. zoekend lezen
3. intensief lezen
4. lerend lezen

Je wil weten of een tekst over de auteur geschikt is voor je Pecha Kucha.
Welke leesstrategie kies je?

1. globaal lezen
2. zoekend lezen
3. intensief lezen
4. lerend lezen

Splinter Chabot

Paulien Cornelisse

Kluun (Raymond van de Klundert)

Adriaan van Dis

Leg uit wat een tekstdoel is.

Een tekstdoel is wat de schrijver wil bereiken bij de lezen, bijvoorbeeld informeren.

Dit zijn tekstdoelen

1. informeren, amuseren, overtuigen, activeren
2. kranten, tv, social media
3. artikelen, moppen, recepten
4. overtuigen, bemoeien, vertellen

Sleep de tekstdoelen naar de juiste afbeeldingen.

Informeren

Activeren

Overtuigen

Amuseren

 H29 t/m 32

indeling van een tekst

hoofd- en bijzaken

samenvatten

De bouwstenen van een tekst 

titel

inleiding

bron

afbeelding

slot

tussenkopje

inleiding

middenstuk

slot

achtergrondinformatie

deskundige voorstellen

samenvatting

tussenkopjes

advies

aanleiding

prikkelende stelling

vraag stellen

meerdere alinea's

conclusie

ontbreekt soms

argumenten

Noem 3 dingen die een schrijver kan doen in het slot.

- samenvatting geven

- conclusie trekken

- een prikkelende stelling noemen die aanzet tot denken

- de lezer waarschuwen

- de lezer adviseren

- een wens uitspreken

- een toekomstverwachting geven

- enz.

Wat is waar over de kernzin?

1. De kernzin staat altijd onderaan de tekst
2. In de kernzin staat de belangrijkste informatie uit een alinea.
3. In de kernzin staat het belangrijkste uit de hele tekst.
4. Dat is de zin in het midden van een tekst. Daarom heet het ook KERNzin.

Wat is de kernzin van deze alinea?

1. Jolles beschrijft recent onderzoek naar de hersenontwikkeling van jongeren.
2. Diverse studies tonen aan dat puberhersens nog niet optimaal functioneren.
3. Bij meisjes zijn de hersenfuncties voor het maken van complexe keuzes volgroeid na hun 20ste.
4. Bij jongens ligt dat gemiddelde nog een paar jaar hoger.

1. Wat zijn de hoofdzaken van een tekst?
2. Waar kun je die vinden?

1. Hoofdzaken zijn de delen van een tekst die echt nodig zijn om het verhaal te kunnen begrijpen.

2. Je vindt ze in de inleiding en het slot, in de kernzinnen en in de titel en tussenkopjes.

In een samenvatting...

1. verwerk je kernzinnen.
2. komen hoofd- en bijzaken te staan.
3. zet je voorbeelden, zodat je het goed begrijpt.
4. komen hoofdzaken te staan.

 H43 t/m 46

woordraadstrategieën

woordenboekgebruik

ingewikkelde zinnen

Wat is een voorbeeld van een woordraadstrategie?

1. kijken of je het kent uit een andere taal
2. naar context kijken (terug en verder lezen)
3. naar een bekend deel van het woord kijken
4. Dit zijn allemaal woordraadstrategieën

Dit is woordraadstrategie:

1. voorbeeld
2. tegenstelling
3. synoniem
4. omschrijving

Dit is woordraadstrategie:

1. voorbeeld
2. tegenstelling
3. synoniem
4. omschrijving

Welke informatie kun je NIET vinden in het woordenboek?

1. betekenis van woorden en afkortingen
2. spelling, lidwoorden en meervouden
3. betekenis van spreekwoorden en gezegden
4. betekenis van veel samenstellingen

Waarom vinden veel mensen een online woordenboek makkelijker te gebruiken dan een papieren woordenboek?

Bij het online woordenboek hoef je alleen maar het woord te typen en dan heb je de betekenis(sen) al gevonden. Bij het papieren woordenboek moet je het echt opzoeken met behulp van het alfabet.

Wat kun je doen als je een ingewikkelde zin moet vereenvoudigen?

1. Belangrijke informatie weglaten
2. Bijvoeglijke naamwoorden weglaten
3. Er meer dan één zin van maken.
4. De moeilijke woorden opzoeken.

Welke uitspraak over deze LessonUp past bij jou?

1. Ik vond hem makkelijk.
2. Ik vond hem soms lastig.
3. Ik vond hem moeilijk.
4. Help, ik snapte er niets van!

Wat moet je nog doen om je goed voor te bereiden op de toets?