Les 1 Paragraaf 5.1

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Paragraaf 5.1

Rechthoekige driehoeken

Leerdoelen

Ik maak kennis met de stelling van Pythagoras

Ik kan in een rechthoekige driehoek de schuine zijde en de rechthoekszijden benoemen

Zijden van een rechthoekige driehoek

Welke hoek is de rechte hoek

1. K
2. L
3. M

Welke zijde zijn de rechthoekszijden?

1. KM en KL
2. KM en LM
3. LM en KL

Welke zijde is de schuine zijde?

1. KL
2. KM
3. LM

Welke zijde is de schuine zijde?

1. KL
2. LM
3. KM

De stelling van Pythagoras

a. Uit hoeveel blokjes bestaat het roze vierkant?
b. Uit hoeveel blokjes bestaat het gele vierkant?
c. Uit hoeveel blokjes bestaat het blauwe vierkant?

Stelling van Pythagoras

PO​2​​+QR​2​​=PR​2​​

KM​2​​+LM​2​​=KL​2​​

Hoe gaat de stelling van Pythagoras voor de driehoek uit de afbeelding?

1. DE​2​​+DF​2​​=EF​2​​
2. EF​2​​+DF​2​​=DE​2​​
3. DE​2​​+EF​2​​=DF​2​​

Hoe gaat de stelling van Pythagoras voor de driehoek uit de afbeelding?

1. PQ​2​​+QR​2​​=PR​2​​
2. PR​2​​+QR​2​​=PQ​2​​
3. PQ​2​​+PR​2​​=QR​2​​

Soms moet je eerst schetsen

Planner week 5

§ 5.1: opgave 2, 4, 5 en 6

§ 5.2: opgave 9, 10, 11, 12 en 15

§ 5.2: opgave 16, 17, 18, 19, 21 en 22

Uitlegvideo's

Toch nog iets niet begrepen, kijk dan zelf nog eens naar de video's in de volgende slides.