3hv p1 les13 grammatik + aussprache

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Herzlich Willkommen

3HV p1 les13: Grammatik & Sprechen

1) Op tafel: boek, schrift, pen, laptop

2) Telefoon in telefoontas of kluisje (niet in tas)

Lernziele Heute

Am Ende der Stunde: 
- habt ihr die Grammatik geübt und weißt du was du noch nicht verstehst

- habt ihr Sprechen geübt

Rückblick letzte Stunde

Grammatik

& Selbständig arbeiten

Wat is het onderwerp in deze zin?
Ich habe seit gestern Schmerzen im Arm

1. Ich
2. seit gestern
3. Schmerzen
4. Arm

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin? Ich habe seit gestern Schmerzen im Arm

1. Ich
2. seit gestern
3. Schmerzen
4. Arm

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin? Ich habe seit gestern Schmerzen im Arm

1. Ich
2. seit gestern
3. Schmerzen
4. Arm

Die Frau schickt der Schwester eine Karte. Waar kun je "die Schwester" door vervangen.

1. sie
2. ihr
3. mir
4. dir

Die Frau schickt der Schwester eine Karte. Waar kun je "eine Karte" door vervangen.

1. sie
2. ihr
3. mir
4. dir

Vond je dit moeilijk?

Tweede deel van Grammatik uitleg meedoen!

Grammatik Wiederholung

K7 vorig jaar: Grammatik - Präpositionen 

mit Akkusativ (4e naamval)

bis                      (mich, dich, ihn/sie/es, uns, euch, sie/Sie, wen)

durch

für

gegen

ohne

um

Grammatik Neu

K9 vorig jaar: Grammatik - Präpositionen 

mit Dativ (3e naamval)

aus                 (mir, dir, ihm/ihr/ihm, uns, euch, ihnen/Ihnen, wem)

bei

mit

nach

seit

von

zu

Grammatik

Kommst du um fünf zu mir / mich?

Wer kümmert sich um dir / dich?

Oma kocht was für ihnen / sie?

Meine Onkel und Tante sind zu ihr / sie gefahren?

Bei ihm / ihn kaufte ich zehn Brötchen.

Grammatik

Stappen (Spickzettel)

VWO = Voorzetsel > Werkwoord > Ontleden

NGSU = naamval > geslacht > schema (personalpronomen/der- eingruppe) > uitgang

ofwel: VWONGSU

Grammatik 2e deel

Ontleden: (goml)

1) gezegde*

2) onderwerp
3) meewerkend voorwerp
4) lijdend voorwerp

> de betekenis van de zin is niet relevant

maar "du" is "jij"= 1e naamval

Grammatik 2e deel

Check zelf:

- waar heb je moeite mee?

1) ontleden in het Nederlands

2) ontleden van Duitse zinnen

3) het rijtje ich - mir - mich toepassen

An die Arbeit

Lees alvast de Sprachmittel (S.73)

& maak Aufgaben van K2

hulp volgorde:

1) check je lesboek

2) zet je vraag op classroom  (vraagpagina)

3) schrijf je vraag op & stel ze later in het uur

> ga door met andere oefeningen

> check zelf ook classroom of je antwoorden op andermans vragen weet

Selbständig arbeiten

Still!

Sprechen (Aufg 42)

Sprechen Aufgabe:

Person 1 = Arzt (stellt fragen)

Person 2 = Patient (erzählt was los ist)

Person 3 = Observator (guckt zu)

De patient komt langs (begroeting!)

De arts vraagt wat er aan de hand is (vragen)

De patient vertelt wat er aan de hand is

De arts vraagt door (hoe kwam het, sinds wanneer etc)

De observant kan navertellen wat er aan de hand is & geeft feedback op de uitspraak. Iedereen heeft alles rollen. Bereid je rol voor

3 x 2 minuten

Nächste Stunde

Haupt und Nebensatz

Noteer hier 5 Duitse woorden die je niet kende

het ontleden vind ik makkelijk

😒🙁😐🙂😃

de volgende keer heb ik qua grammatica nog uitleg nodig over...?

ik denk dat ik me best kan redden bij de dokter in Duitsland

😒🙁😐🙂😃

qua uitspraak wil ik nog werken aan...