Nieuw Nederlands Oriënterend lezen en onderwerp

Onderwerp en oriënterend lezen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Onderwerp en oriënterend lezen

Slide 1 - Slide

LEZEN
opbouw:    Hoe is een tekst opgebouwd?

strategie:   Hoe moet ik het lezen van een tekst                               aanpakken?    

inhoud:      Wat staat er in de tekst?

Slide 2 - Slide

LEZEN 
doelen:

Ik kan een tekst oriënterend lezen.

Ik kan het onderwerp van een tekst vinden.

Slide 3 - Slide

titel
tussenkopje
alineanummer
lead
bron

Slide 4 - Drag question

ORIËNTEREND LEZEN
Voordat je een tekst gaat lezen, bekijk je eerst de tekst. Dit heet oriënterend lezen


Slide 5 - Slide

ORIËNTEREND LEZEN
Je kijkt wat het onderwerp van de tekst is, je kijkt wie de schrijver is, je bekijkt de titel,  en eventuele plaatjes of foto's.

Slide 6 - Slide

ONDERWERP VAN EEN TEKST
Stel de vraag: 
"Waarover gaat deze tekst?"

Slide 7 - Slide

ONDERWERP VAN EEN TEKST
Lees de volgende tekst oriënterend.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Je hebt een tekst oriënterend gelezen. Welke vraag stel je nu om het onderwerp van een tekst te vinden?

Slide 10 - Open question

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

ONDERWERP VAN EEN TEKST
1. Lees de tekst orïenterend (bekijk de tekst).

2. Stel de vraag: waarover gaat deze tekst?

3. Geef antwoord op de vraag in één of een paar woorden. Het onderwerp van een tekst is geen zin.

Slide 13 - Slide

Oefentoets

Slide 14 - Slide