Aantekening blz. 236> verkleinwoorden
Je kunt een zelfstandig naamwoord verkleinen. Een
verkleinwoord maak je meestal door het
achtervoegsel -je of -tje achter een zelfstandig naamwoord te plakken: boek – boekje; potlood – potloodje; laken-lakentje.
Soms moet je ook nog iets anders doen:
broer → broertje; tuin → tuintje
raam → raampje; scherm → schermpje
buiging → buiginkje; koning → koninkje
wandeling → wandelingetje; tang → tangetje
zon → zonnetje; stem → stemmetje
pizza → pizzaatje; paraplu → parapluutje
saté → sateetje; café → cafeetje
baby → baby’tje; hobby → hobby’tje