weefselvloeistof en Lymfe

Lymfe stroomt sneller dan bloed
A
waar
B
niet waar
C
soms
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lymfe stroomt sneller dan bloed
A
waar
B
niet waar
C
soms

Slide 1 - Quiz

Witte bloedcellen kunnen in lymfe zitten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Wat is de functie van de lymfeknopen (lymfeklieren)?
A
Halen voedingsstoffen uit lymfe
B
Zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers
C
Halen zuurstof uit lymfe
D
Maakt witte bloedcellen aan

Slide 3 - Quiz

Deel 1 zijn ... en de taak is ...
A
witte bloedcellen, zuurstof transport
B
rode bloedcellen, zuurstof transport
C
bloedplaatjes, bloedstolling
D
rode bloedcellen, bloedstolling

Slide 4 - Quiz

Slagaders
Aders
Haartvaten
Vervoert bloed van het hart naar de organen.
Vervoert bloed van de organen naar het hart.
Vormt een netwerk in en om organen en weefsels
Hele dunne wanden.
Stevige elastische wand
slappe wand, lage bloeddruk.

Slide 5 - Drag question

In welke richting stroomt de lymfe in het lymfe vat van de afbeelding?

A
De lymfe stroomt in de richting van pijl P
B
De lymfe stroomt in de richting van pijl Q
C
De stroomrichting van de lymfe is niet uit de tekening af te leiden

Slide 6 - Quiz

Slagader
Ader

Slide 7 - Drag question

Weefselvloeistof, lymfe en bloedplasma is eigenlijk hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Witte bloedcellen kunnen in lymfe zitten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is lymfe?
A
Opgenomen weefselvloeistof
B
Opgenomen bloedplasma door het weefsel

Slide 10 - Quiz

Lymfe ontstaat doordat bloedplasma eerst
A
lymfe wordt en daarna weefselvloeistof
B
weefselvloeistof wordt en daarna lymfe

Slide 11 - Quiz

Bloedvat 1 is...
Bloedvat 2 is...
Bloedvat 3 is...
A
1. Ader 2. Haarvat; 3 slagader
B
1. slagader, 2. ader; 3. haarvat
C
1. Haarvat; 2. slagader; 3. ader
D
1. Slagader; 2. haarvat; 3. Ader

Slide 12 - Quiz

Een bloedvat voert bloed van de aorta naar de lever. Tot welktype bloedvaten behoort dit bloedvat?
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader

Slide 13 - Quiz

Bij de kleine bloedsomloop stroomt er zuurstofrijk bloed van het hart richting de longen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Lymfe stroomt sneller dan bloed
A
waar
B
niet waar
C
soms

Slide 15 - Quiz

Welke stof zit er VEEL in bloed wat door slagaders stroomt?
A
Koolstofdioxide
B
Stikstof
C
Edelgassen
D
Zuurstof

Slide 16 - Quiz