What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
BOL Verpleegkunde 1e jr Letterlijk en Figuurlijk taalgebruik
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Slide 1 - Slide
SOAP-methode:
S
ubjectief
O
bjectief
A
nalyse
P
lan
Slide 2 - Slide
Vorige les: Objectief vs Subjectief taalgebruik
Slide 3 - Slide
Wat betekent objectief taalgebruik?
Slide 4 - Open question
Wat betekent subjectief taalgebruik?
Slide 5 - Open question
10
Slide 6 - Video
01:27
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 7 - Quiz
01:45
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 8 - Quiz
02:05
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 9 - Quiz
02:22
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 10 - Quiz
02:42
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 11 - Quiz
03:00
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 12 - Quiz
03:27
Wat wordt bedoeld met 'je beste beentje voor zetten'?
Slide 13 - Open question
03:50
Wat wordt bedoeld met 'op hete kolen zitten'?
Slide 14 - Open question
04:22
Wat wordt bedoeld met 'dat loop van een leien dakje'?
Slide 15 - Open question
04:48
Wat wordt bedoeld met 'iets in zijn schild voeren'?
Slide 16 - Open question
Maak een zin met de letterlijke betekenis van het woord 'feest' én een zin met de figuurlijke betekenis van het woord 'feest'.
Slide 17 - Open question
Maak een zin met de letterlijke betekenis van het woord 'letter' én een zin met de figuurlijke betekenis van het woord 'letter'.
Slide 18 - Open question
Maak een zin met de letterlijke betekenis van het woord 'schoppen' én een zin met de figuurlijke betekenis van het woord 'schoppen'.
Slide 19 - Open question
Maak een zin met de letterlijke betekenis van het woord 'sport' én een zin met de figuurlijke betekenis van het woord 'sport'.
Slide 20 - Open question
Maak een zin met de letterlijke betekenis van het woord 'voet' én een zin met de figuurlijke betekenis van het woord 'voet'.
Slide 21 - Open question
Maken:
1. Woordenschat - Paragraaf 1.4 - Opdracht 1 t/m 4
2. Extra oefenopdrachten:
Drillster '
Letterlijk en Figuurlijk taalgebruik
"
Slide 22 - Slide
More lessons like this
Letterlijk en Figuurlijk taalgebruik
January 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 1
September 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 2
September 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Grip les 2.4
December 2021
- Lesson with
19 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 8
Letterlijk/figuurlijk
March 2024
- Lesson with
32 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
figuurlijk taalgebruik
June 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
p2w6 figuurlijk taalgebruik
December 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Module 2: literair taalgebruik
April 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6