12.3 Soorten veranderen (2)

12.3 Soorten veranderen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

12.3 Soorten veranderen

Slide 1 - Slide

Programma van de les
Herhaling 12.3

Vervolg pargaraaf 12.3

Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Slide

Wat is evolutie?

Slide 3 - Open question

Kleine verschillen tussen organismen van dezelfde soort
Het proces waarbij niet alle organismen van dezelfde soort hetzelfde aantal nakomelingen krijgt.
De overeenkomst in DNA en uiterlijk van verschillende organismen.

Verwantschap
Variatie
Selectie

Slide 4 - Drag question

Homologe organen hebben een overeenkomstige grondvorm door
A
overeenkomst in functie
B
genetische variatie
C
door verwantschap
D
genetic drift

Slide 5 - Quiz

Natuurlijke selectie
Kunstmatige selectie
Kunstmatige selectie
Struggle for life
Struggle for life
Struggle for life
Natuurlijke selectie
Natuurlijke selectie

Slide 6 - Drag question

De witte, grijze en zwarte berkenspanners (soort vlinder) zijn dezelfde soort. Hoe heet dit verschil in kleur binnen een soort?
A
Natuurlijke selectie
B
Survival of the fittest
C
Struggle for life
D
Variatie

Slide 7 - Quiz

Zelfde soort?
Verwantschap?
A
Zelfde soort & wel verwantschap
B
Zelfde soort & geen verwantschap
C
niet dezelfde soort & wel verwantschap
D
Niet dezelfde soort & geen verwantschap

Slide 8 - Quiz

Doel van de les
De leerlingen weten hoe lang er al leven is op aarde.
De leerlingen kunnen benoemen waaraan je kunt zien dat soorten aan elkaar verwant zijn. 
De leerlingen kunnen oorzaken benoemen waardoor soorten veranderen.
De leerlingen kunnen uitleggen hoe nieuwe soorten ontstaan.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Evolutie = de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen

Slide 11 - Slide

Aflezen tijdslijn: 
  • Cyanobacteriën / blauwalgen (voorouders planten)
  • Productie O2.
  • Water organismen (planten/ongewervelde dieren) ontstaan.
  • O2 + Uv-straling vormde ozonlaag. Zie Bron 2 paragraaf 12.3 KK
  • Leven op land kan ontstaan. (400 miljoen jaar geleden, eerst ongewervelden, daarna gewervelden).

Slide 12 - Slide

Verwantschap: gemeenschappelijke voorouder.

Slide 13 - Slide

Rudimentaire organen
  • Organen aanwezig die geen
     functie meer hebben (of waarvan
     de functie niet bekend is).

  • Vaak verschrompeld of 
     geminimaliseerd.

  • Dit zijn rudimentaire organen.

Slide 14 - Slide

Homologe organen: Dezelfde bouw (organen), maar een andere functie. 

Slide 15 - Slide


Soorten

Onstaan nieuwe soorten:

  • Mutatie / geslachtelijke   
      voortplanting,

  • Natuurlijke selectie,
  • (kunstmatige selectie),
  • Isolatie.

Slide 16 - Slide

Selectie 
Kunstmatige selectie:
door de mens 
Natuurlijke selectie

Slide 17 - Slide

Selectie:
1. Strijd om het leven door concurrentie tussen soortgenoten (struggle for life).

2. De best aangepaste organismen overleven (survival of the fittest).


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Seksuele Selectie

Slide 21 - Slide

Zelfstandig aan de slag
Maak paragraaf 12.3
Kijk paragraaf 12.3 na


Slide 22 - Slide