oefenbladen verleden tijd & woordsoorten
Verleden tijd: klappen -> stam= -en (klapp) / ik-vorm= klap.
Zit de laatste letter van de stam in 'T KoFSCHiP -> ik-vorm + te(n).
Dus -> klap-te(n) - er komt in het Nederlands geen dubbele medeklinker voor, dus NOOIT klappte(n)!
Verleden tijd: zetten -> stam= -en (zett) / ik vorm= zet.
Zit de laatste letter van de stam in 'T KoFSCHiP -> ik-vorm + te(n).
Dus -> zet-te(n) - hier is ook geen sprake van een dubbele medeklinker, hier noteer je simpelweg + te(n)!