What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
les3
Leerdoelen vorige lessen:
je weet wat inkomsten zijn.
je weet wanneer sprake is van inkomsten in geld.
je weet wanneer sprake is van inkomsten in natura.
je weet wanneer sprake is van inkomsten met tegenprestatie.
je weet wanneer sprake is van inkomsten zonder tegenprestatie.
je weet hoe je van maand naar kwartaal rekent en omgekeerd.
je weet hoe je van maand naar jaar rekent en omgekeerd.
je weet hoe je van week naar jaar rekent en omgekeerd.
je weet hoe je van dag naar jaar rekent en omgekeerd.
je weet hoe je van week naar maand rekent en omgekeerd.
je weet hoe je van maand naar week rekent en omgekeerd.
je weet hoe je diverse getallen moet afronden.
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quiz
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Leerdoelen vorige lessen:
je weet wat inkomsten zijn.
je weet wanneer sprake is van inkomsten in geld.
je weet wanneer sprake is van inkomsten in natura.
je weet wanneer sprake is van inkomsten met tegenprestatie.
je weet wanneer sprake is van inkomsten zonder tegenprestatie.
je weet hoe je van maand naar kwartaal rekent en omgekeerd.
je weet hoe je van maand naar jaar rekent en omgekeerd.
je weet hoe je van week naar jaar rekent en omgekeerd.
je weet hoe je van dag naar jaar rekent en omgekeerd.
je weet hoe je van week naar maand rekent en omgekeerd.
je weet hoe je van maand naar week rekent en omgekeerd.
je weet hoe je diverse getallen moet afronden.
Slide 1 - Slide
Vragen over het huiswerk?
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
welke onderdelen van een tabel ken je?
Slide 4 - Slide
Minimumloon vs minimumjeugdloon
vanaf 23 jaar en ouder
tot 23 jaar,
percentage van minimumloon
Slide 5 - Slide
Leerdoelen deze les:
je weet wat een tabel is.
je weet hoe je een tabel moet lezen.
je weet wat het minimumjeugdloon inhoud.
Slide 6 - Slide
Huiswerk volgende les
Maken de opdrachten van:
Hoofdstuk 1
Paragraaf 3
Getallen op een rij
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Opdracht 1
Roy krijgt € 22,10 zakgeld per maand.
Eva krijgt € 5,40 zakgeld per week.
Je kunt niet zeggen dat € 22,10 meer is omdat de periodes niet gelijk zijn aan elkaar.
Slide 9 - Slide
Opdracht 2
Roy krijgt 12 keer per jaar zakgeld en Eva 52 keer.
Eva krijgt per jaar € 280,80 (5,40x52)
Roy krijgt per jaar € 266,40 (22,10x12)
Het meeste zakgeld krijgt Eva, namelijk per jaar € 14,40 meer.
Slide 10 - Slide
Opdracht 3
Eva krijgt (5,40x52):12 = € 23,40 per maand.
€ 4,50 per week = (x52) € 234,- per jaar
dit is (:12) € 19,50 per week.
Slide 11 - Slide
Opdracht 4
€ 22,10 per maand is (x12) € 265,20 per jaar,
dit is per week (:52) € 5,10 per week.
€ 35,75 per maand is per jaar (x12) € 429,-
dit is per week (:52) € 8,25
Slide 12 - Slide
Opdracht 5
Een jaar telt 2 halve jaren en 4 kwartalen.
Het loon is per jaar 12x2.400 = € 28.800,-
De kinderbijslag is per jaar 4x278,55 = € 1.114,20
De boxhuur is per jaar 2x540 = € 1.080,-
Totaal is dit € 29.994,20
Slide 13 - Slide
Opdracht 6
Jeroen krijgt iedere maand zakgeld, Peter iedere week.
Ze kunnen hun zakgeld per jaar uitrekenen en dan is het wel makkelijk te vergelijken.
Slide 14 - Slide
Opdracht 7
Het eerste antwoord is juist.
Als je wilt vergelijken dan moet je niet naar het kleedgeld kijken.
Dilara krijgt per jaar 17,50x12= € 210,-
Noah krijgt per jaar 6,50x52 = € 338,-
Noah krijgt dus meer zakgeld.
Slide 15 - Slide
Opdracht 8
per maand per week berekening
Merel € 27,30 € 6,30 (27,30x12):52
Naomi € 18,20 € 4,20 (18,20x12):52
Ymkje € 24,05 € 5,55 (24,05x12):52
Barbara € 20,15 € 4,65 (4,65x52):12
Daphne € 22,75 € 5,25 (5,25x52):12
Shania € 25,35 € 5,85 (5,85x52):12
Slide 16 - Slide
Opdracht 9
Dit jaar krijgt Shareef 12x32= € 384,- aan zakgeld.
Vorig jaar was dit € 312,- dus hij krijgt € 72,- meer.
Slide 17 - Slide
Opdracht 10
Het totaal van haar inkomsten in natura is 3,99+7,50 is
€ 11,49 per week.
€ 11,49 per week is per maand (x52:12) = € 49,79
Haar inkomsten in natura zijn hoger dan het zakgeld.
Ze houdt voortaan over per maand 95-49,79 = € 45,21
dit is per week (x12:52) € 10,43
Slide 18 - Slide
Opdracht 11
Totaal nodig deze twee jaar:
90+55+240+60+96+100+96+80+18+
320+ 45 = € 1.200,-
Dit is € 600,- per jaar.
Dit is 600:12 = € 50,- per maand.
Slide 19 - Slide
Opdracht 12
Het weekloon van Djinte is 4,80x5x4 = € 96,-
In drie maanden heeft ze (96x52):(12x3) = € 1.248,- bij elkaar gespaard.
Slide 20 - Slide
More lessons like this
les3
July 2019
- Lesson with
42 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
les2
July 2019
- Lesson with
12 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
les2
July 2019
- Lesson with
26 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
les2
July 2019
- Lesson with
42 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
Economisch bekeken - H1.2 Inkomsten omrekenen les 2- KGT
September 2024
- Lesson with
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Economisch bekeken - H1.2 Inkomsten omrekenen les 2- KGT
September 2024
- Lesson with
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Economisch bekeken - H1.2 Inkomsten omrekenen les 2- KGT
June 2024
- Lesson with
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Economisch bekeken - H1.2 Inkomsten omrekenen les 2- KGT
September 2024
- Lesson with
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2