H2A BS 1 & 2 herhalen + BS 3 uitleg

Thema 3 Bloedsomloop
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Thema 3 Bloedsomloop

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
BS 2 uitleg afronden
Herhaling BS 1 en BS 2
Opdracht Bloedsomloop
Huiswerk nakijken BS 2
Uitleg BS 3
Huiswerk
Reflectie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

BS 2 afronden

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Poortader
Leverpoortader: Voedingsstofrijk en zuurstofarm bloed van de darmen, maag en milt gaat via poortader naar de lever toe. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Dubbele bloedsomloop
  • Welke weg legt de kleine bloedsomloop af?
  • Welke weg legt de grote bloedsomloop af?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.

Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slagaders, Haarvaten, Aders

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Herhaling BS 1 en BS 2

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is waar over het bloed?
A
Het bloed vervoert voedingsstoffen.
B
Het bloed vervoert afvalstoffen.
C
Het bloed vervoert zuurstof.
D
A,B en C zijn waar.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


Uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke onderdelen van het bloed bestrijden ziekteverwekkers?
A
bloedplasma
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
witte bloedcellen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke onderdelen van het bloed vervoeren zuurstof?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Sommige soorten slangengif kunnen stolling van bloed in de bloedvaten veroorzaken. Welke bloeddeeltjes hebben te maken met bloedstolling?
A
Witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Rode bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Zorgen voor bloedstolling
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met behulp van Hemoglobine
Vervoert stoffen zoals vitaminen, hormonen, Co2 etc.

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Rode bloedcellen hebben een celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof
B
Voedingsstof
C
Hemoglobine
D
Bloed

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Bij één omloop, stroomt het bloed.....
A
1 x door het hart
B
2 x door het hart
C
3 x door het hart
D
niet door het hart

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Longader, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoe krijgen de nieren
zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Longader vervoert zuurstofarm bloed
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Kleine bloedsomloop gaat van het hart naar de longen en weer terug
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

In grote bloedsomloop wordt zuurstof en voedingsstoffen afgegeven aan weefselcellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Poortader vervoert zuurstofarm bloed naar het lever
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Druk bij aders zijn hoger dan bij slagaders
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Beschrijf wat hier gebeurd
Haarvaten

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opdracht Bloedsomloop

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk 
BS 2 opdr 1 t/m 8 behalve samenvatting

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

BS 3 Het hart

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies. 
- Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Wat weten jullie over het hart

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions

De bouw van het hart

Slide 32 - Slide

Holle spier
Kransslagaders (aftakking aorta) en kransaders
2 boezems en 2 kamers
Harttussen wand

Slide 33 - Slide

Holle spier
Kransslagaders (aftakking aorta) en kransaders
2 boezems en 2 kamers
Harttussen wand
Functie van kleppen
Route van het bloed door het hart
Rechter boezem -> rechter kamer -> longslagader -> Longaders -> linkerboezem -> linker kamer -> aorta -> onderste en bovenste holle ader

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Werking van Hart
Hartslag -> Hartspier trekt samen
Geluid ->  Dichtslaan van kleppen 
3 fases van een hartslag
  1. Samentrekken van de boezems
  2. Samentrekken van de kamers
  3. Hartpauze

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Noem 3 dingen die je tijdens de les hebt geleerd

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
Maken BS 3 opdr. 1 t/m 8 behalve 4

Slide 41 - Slide

This item has no instructions