les 26 herhaling poëzie, verder met leesvaardigheid

Poëzie en leesvaardigheid
5h, welkom bij Nederlands! 
Telefoon mee naar de les? Stop hem dan in (telefoon)tas!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Poëzie en leesvaardigheid
5h, welkom bij Nederlands! 
Telefoon mee naar de les? Stop hem dan in (telefoon)tas!

Slide 1 - Slide

Deze les:
- Wat kan je verwachten op het SE poëzie?
- Oefening gedicht analyseren

- verder met functiewoorden
let op: volgend jaar weer een leesboek (+laatste handelingsdeel)

Slide 2 - Slide

Deze les:
1. Wat kan je verwachten op het SE poëzie?
2. Oefening gedicht analyseren

3. Verder met functiewoorden

let op: volgende periode weer een leesboek (+laatste handelingsdeel)

Slide 3 - Slide

Wat kan je verwachten op het SE poëzie?
45 minuten, weging 10


4x Welke dichtvorm is dit? (termen staan er niet bij)
8x Welke beeldspraak is dit? (termen staan erbij)
10x Welk stijlfiguur herken je? (termen staan erbij)
3x een gedicht met analysevragen. (16 punten)

(onder voorbehoud, vanmiddag nog overleg)

Slide 4 - Slide

Analyse oefenen blz. 27
De afsluitdijk - M. Vasalis

Slide 5 - Slide

De afsluitdijk blz. 27
1. abba cdcd effegghhiijj
(strofe 1 omarmend; strofe 2 gekruist;
strofe 3 eerst omarmend, daarna gepaard)

Slide 6 - Slide

De afsluitdijk blz. 27

2. de ei- of ijklank: rijdt – dijk – eindeloos – wij – kijken – kleine – schijnt

Slide 7 - Slide

De afsluitdijk blz. 27

4. bijvoorbeeld in regel 4 – 5, regel 12 – 13, regel 14 – 15, regel 16 – 17

Slide 8 - Slide

De afsluitdijk blz. 27

3. bijvoorbeeld regel 12 – 13, regel 14 – 15, regel 16 – 17

Slide 9 - Slide

De afsluitdijk blz. 27

  • 4. vergelijking met als: de bus rijdt als een kamer
          personificatie: de zee, getemd maar rusteloos (metafoor is ook goed)
  • 5. vergelijkingen met als: als waar ’t een droom; de mond als sprak het, een verbaasde zeemeermin
    Metaforen: de geest van deze bus (personificatie mag ook); het gras snijdt dwars door de matrozen heen; dit wonderlijk gespleten lange heden

Slide 10 - Slide

De afsluitdijk blz. 27
6. In de eerste strofe beschrijft Vasalis de bus en de omgeving, het landschap waardoor die rijdt.
In de tweede strofe worden twee jonge, slaperige matrozen beschreven.
In de derde strofe beschrijft Vasalis hoe binnen- en buitenkant in elkaar overgaan en een nieuwe werkelijkheid opleveren. De laatste regels geven een soort slotsom: ze is in een soort eeuwigheid aangekomen.

Slide 11 - Slide

De afsluitdijk blz. 27
7. Vanaf ‘plots’ is in de weerspiegeling van het glas de verdubbeling van de bus te zien, wordt de bus een soort geest.

Slide 12 - Slide

De afsluitdijk blz. 27
8.
 - Het slaat op de ik, die alleen (als enige) iets hallucinerends ziet.
- Het hoort bij de volgende regel; alleen het hoofd van de ik deint boven het wateroppervlak

Slide 13 - Slide

De afsluitdijk blz. 27
9. Deze regel anticipeert op de latere ervaring (zie de drie slotregels) dat deze tocht geen einde heeft / het gevoel van tijdloosheid.



Slide 14 - Slide

De afsluitdijk blz. 27
10. Een zeemeermin is een wezen tussen mens en vis in. In het gedicht vermengen de zee en de mensen in de bus zich.
11. Bijvoorbeeld het beleven van een andere dimensie, het opheffen van tijd en ruimte. Een concrete situatie (in een bus over een dijk rijden) verandert in een mystieke ervaring. De ik komt in een soort tijdloosheid terecht.


Slide 15 - Slide

Lesboek H10 paragraaf 2 blz. 334
Functiewoorden
  • Bijvoorbeeld: conclusie, oplossing, stelling, verklaring etc. 

  • Laten zien dat je de structuur van een tekst kunt doorzien.
  • Soms wordt je gevraagd de functie van een tekstgedeelte te bepalen (alinea, alinea's of of zinnen)

  • Lees de theorie in het blauwe vlak en daarna tekst 7
    Maak opdracht 10

Slide 16 - Slide